-16- U zou dan na kunnen gaan hoeveel oppervlakte erin zit. De toekomstige winkel van de fa. Gijzen maakt daarvan een groot onderdeel uit. Mocht het dan ook zo zijn, dat daarmee toch deze oppervlakte bereikt wordt, wat ik niet verwacht, dan is het nog zo dat natuurlijk de leefbaarheid van Hoeven het gedifferentieerd voorzieningenpakket, de heer Rijsdorp noemt dat een gezonde concurrentie, maar ik denk wat we allebei op hetzelfde uitkomen, dat het belang van Hoeven gediend is met een goede verdeling van het winkelvloeroppervlakte over een aantal winkels en een aantal branches en dat dat niet geconcentreerd moet zijn in één grote vestiging die alles beheerst. Dat is één opmerking. In het argument van de brief van de rijksconsulent wordt ge sproken over concentratie van voorzieningen. Dat is op zich natuurlijk een goede zaak, maar dat moet niet ten koste van alles worden nagestreefd. Bovendien bevindt zich nabij het pand Bovenstraat 20 om de hoek een uitstekende parkeerstrook. Als mensen hier komen winkelen, kunnen ze op die manier hun auto kwijt. U hebt gesproken dat u het op basis van het bestemmingsplan niet kon toestaan. Dat is natuurlijk juist, maar u weet ook, gezien het feit dat er een voorbereidingsbesluit ligt dat u, als u gemeend had dat dit toch een goede ontwikkeling zou zijn, het mogelijk had kunnen maken door middel van een vrij stelling via art. 19 van de wet r.o. Voorzitter, ik had in eerste instantie voor willen stellen nu reeds in principe te zeggen of af te spreken dat Cok B.V. gelegenheid zou krijgen een winkel, als hier bedoeld, te vestigen. Wellicht gaat dat toch te ver. Ik denk dat het goed is, dat de zaak een of 2 maanden wordt aangehouden. Ik denk dat het niet te lang moet duren, want dan is wellicht de hele mogelijkheid weg om een gezonde zelfsbedieningswinkel in Hoeven te vestigen. Ik zou willen vragen ook deze zaak terug te nemen en over 1 S, 2 maanden met een hernieuwd voorstel met cijfers onderbouwd terug te komen. -Voorzitter:- -17- Voorzitter Ik zou u alleen nog even willen meedelen dat de volgende briefl van de middenstandsvereniging is ontvangen. In aansluiting op bijgaand bezwaarschrift van de fa. Gijzen geeft het bestuur van de ondernemersvereniging te Hoeven hiera.i zijn medewerking. Hierbij ondertekenen wij, de heer Vermunt, voorzitter, mevr. Konings, secretaresse, M. de Bruijn, penning meester, de heer van Rijsbergen, lid en A. Poppelaars lid. Daar hebben wij ons door laten leiden èn in tweede instantie dc het consulentschap. We waren van mening dat we art. 19, art. 50, zeker niet zonder meer zouden kunnen toepassen omdat, wanneer er bezwaren zouden binnenkomen, van de middenstandsvereniging of consulentschap dit zeker tot geen succes zou leiden. Als ik nu mag concluderen dan dacht ik, dat u ons opdracht geeft om de gedachten die hier op tafel gekomen zijn te rangschikken, deze voor te leggen aan het consulentschap van de middenstand en zo mogelijk te richten naar een distributie-planologisch onderzoek, mits dat inderdaad binnen een termijn van een paar maanden zou kunnen plaatshebben en misschien ook, wat niet zo is uitgesproken, maar ik dacht da- die gedachten toch ook naar voren gebracht waren, dat er ook met de middenstandsvereniging over deze zaak wordt gesproken. Ik hoor zojuist van de secretaris dat vandaag de bespreking is geweest met de heer Kraakman over het distributie- plan ologisch onderzoek, wat noodzakelijk is i.v.m. het komplan. Misschien is het mogelijk dat dat ook binnen die termijn zou kunnen plaatsvinden. We zullen u informeren over de resultaten, zowel van het overleg; met de middenstandsvereniging als van het overleg met het rijksconsulentschap. De heer Rijsdorp (V.V.D.): Ik zou wel willen, voorzitter, dat een conclusie van het rijks— consulentschap eerst in de commissie wordt besproken, vóórdat er iets wordt besproken met of wordt voorgelegd aan de midden standsvereniging. -Als-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 71