-6-
-7-
Ik heb daarover dus geen volledig beeld kunnen krijgen. Ik ben
wel de brief van de consulent tegengekomen.
Dat is dan toch eigenlijk wel het bezwaar waar ik op stuit.
U schrijft aan Cok B.V. dat u onder meer kennis heeft genomen
van de mening van de consulent. Nu blijkt echter uit de brief
van het consulentschap, dat de heer Gij zen advies gevraagd heeft
over de vestiging op Bovenstraat 20.
De heer Gij zen heeft aan de consulent medegedeeld, dat hier een
cash- en carrybedrijf gevestigd zou gaan worden, met een opper-
2
vlakte van 300 m
Ik krijg ook de indruk dat de consulent daarop zijn mening heeft
gevormd.
Ik heb nog getracht daarmee te contacten. Ik heb niet meer de
heer Kuitman, maar nog wel de heer de Groot van het consulent
schap kunnen bereiken.Men bleek daar duidelijk nog diezelfde
mening te zijn toegedaan, alleen had inmiddels Cok B.V. ook
contact opgenomen met het consulentschap en daarbij gewezen
op het feit dat zij zelfbedieningsbedrijven exploiteert met
2
zelfstandige ondernemers en dat de oppervlakte maar 200 m
zou zijn. Daardoor komt mijns inziens het antwoord dat u aan
Cok B.V. geeft in een klein beetje scheve verhouding te staan,
als u zegt dat het consulentschap u geadviseerd heeft om geen
medewerking te verlenen.
Ik zou u dan toch graag willen adviseren, voordat u de brief
op deze wijze naar Cok B.V. zendt, even opnieuw te contacten
met de consulent en daarbij te wijzen op wat voor soort
bedrijf er gaat komen en daarbij mede te delen dat de informatie
door de fa. Gijzen geleverd toch wel een 100% of daaromtrent
overdreven is.
De heer Buijs (P.v.d.A.):
Voorzitter, ik wilde nog wat dieper op deze kwestie ingaan.
Ik ga er van uit dat de stukken, 'op basis waarvan ik een oordeel
moet vellen, ook ter inzage liggen. Als er geen brief van de
ondernemingsraad bij de stukken ligt, ga ik er van uit, dat
die ook niet bestaat.
Ik vind ook een belangrijk feilen in deze kwestie, dat het
advies van het rijksconsulentschap gebaseerd is op foutieve
informatie en spreekt over grootschalige voorzieningen in de
-vorm-
vorm van een cash- en carrybedrijf van 300 m2. Het gaat
om een zelfstandige zelfbedieningswinkel van 200 m2 en zeker
geen cash- en carrybedrijf. Verder heb ik bij de stukken een
exemplaar van het geldige bestemmingsplan gemist, op basis waar-:
van het college zo zeker stelt, dat de verandering van het be
staande pand, zoals Cok B.V. dat wenst, niet mogelijk is.
Ik zou dat ook graag zelf hebben willen beoordelen.
En verder, voorzitter, vind ik toch, dat we op deze zaak eens
wat dieper in moeten gaan. Wat is er een jaar geleden gebeurd?
Er is een bouwperceel verkocht aan de fa. Gijzen van 2000 m2.
Als we nu praten over een gewenste toevoer van het winkelpakket
in onze gemeente, dan denk ik dat daar een twijfelachtige stap
gemaakt i s
Ik schat het huidige pand van de Vegé op 300 m2 a 400 m2
bedrijfsoppervlakte. Als we dan overgaan naar een stuk grond
van 2000 m denk ik, dat daarvan ongeveer de helft of iets
minder bedrijfsvloeroppervlakte wordt. We gaan dan toch gauw
naar 800 a 1000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte. Voorzitter, ik
denk dat de gemeente op een gegeven moment niet gediend is met
een concentratie van de levensmiddelenbranche in één grote zaak.
De bevolking is gediend bij een gedifferentieerd voorzieningen
pakket en daar hoort bij, dat er een redelijk aantal winkels
in onze gemeente is. Ik heb dat eens nagetrokken bij deskundigen
en voor een gemeenschap van 5 a 6000 inwoners, wat toch de
toekomst is, aangevuld met een hoeveelheid recreanten, die voor
een gedeelte hun boodschappen hier doen, is een hoeveelheid van j
2 zelfbedieningswinkels in de levensmiddelenbranche een heel
aanvaardbare zaak. Bovendien voorzitter, denk ik dat Cok B.V.
hier duidelijk behoeften ziet en ik heb dat ook overal waar
ik dat geïnformeerd heb ervaren. Het verloop naar Etten en
Oudenbosch, wat Cok B.V. noemt, is er, dat bestaat.
En tenslotte voorzitter, blijkt toch ook uit de gegevens van de
consumentengids, dat de huidige aanwezige supermarkt in Hoeven
niet de goedkoopste is en de belangen van de bevolking toch zyn
gediend bij een gezonde concurrentiesituatie.
Concluderend zou ik willen zeggen: Wij moeten hier als uitgangs
punt nemen: het creëren van een gezond voorzieningenpakket voor
de bevolking, van een gedifferentieerd winkelniveau en, in dat
kader, zou ik willen pleiten om het verzoek van Cok B.V. heel
serieus te onderzoeken en of het niet gewenst is, dat er