I -36- Spreker deelt mede, dat ook tijdens de algemene beschouwingen is gezegd dat het Bosbad goed is, maar dat het geen cent mag kosten van de gemeenschap. Het Bosbad is op een gegeven moment aangetrokken om binnen de regio een duidelijke taak te krijgen. Spreker zegt te geloven dat een gemeente die een regionale taak, hetzij in de industrie, hetzij in de recreatie, hetzij andere regionale taken vervult daardoor alleen al haar bestaansrecht onderschrijft. Men heeft echter steeds met kunst- en vliegwerk getracht om de exploitatie toch sluitend te krijgen. Spreker deelt verder mede dat niet met opzet verzuimd is om informatie- c.q. foldermateriaal ter inzage te leggen. Voor wat betreft het stroomverbruik van de mechanische paardenbaan, deelt de voorzitter mede, dat men er gewoon van uit moet gaan dat de gegevens juist zijn, zulks gelet op de ervaringen van de technisch adviseur en de administrateur. Met betrekking tot de afschrijving, deelt de voorzitter mede, dat de paardenbaan gedifferentieerd wordt afgeschreven en dat dit door het Stichtingsbestuur aanvaardbaar wordt geacht. Anderzijds wordt gehoopt dat er inderdaad batige saldi zullen komen. Spreker deelt mede, dat de wijze waarop de berekeningen hebben plaatsgevonden ook binnen het Stichtingsbestuur aan discussie onderhevig zijn geweest. Uiteraard hangt het batig saldo zwaar af van het aantal bezoekers. Spreker zegt, dat men het geraamde batig saldo eigenlijk zou moeten zien als een post "onvoorzien". Ten aanzien van de opmerkingen van de heer van Lier deelt de voorzitter mede dat men alleen een begroting kan maken aan de hand van ervaringscijfers. Het is bekend wat de andere attracties opbrengen en men hoopt dat de nieuwe attracties hetzelfde op zullen brengen. Het geraamde aantal bezoekers is beslist niet hoog, het batige saldo is gebaseerd op betrekkelijk lage aantallen bezoekers, aldus de voorzitter. Ten aanzien van de bijkomende kosten deelt de voorzitter mede dat de post "onvoorzien" daarvoor wellicht een indicatie geeft. De heer Kerstens merkt op dat het hoofdzakelijk gaat over de kosten van vervoer van de paardenbaan. -Wanneer- -37- Wanneer inderdaad aan de firma Schwingel opdracht wordt ver- strekt zal met die firma nader onderhandeld worden, waarbij de I: ervaring leert dat er ten aanzien van de B.T.W.douanerechten I en vervoer prettige regelingen kunnen worden getroffen. Spreker zegt dat er beslist geen 18% B.T.W. behoeft te worden betaald, I omdat de firma die kosten voor eigen rekening zal nemen. De heer Kerstens deelt mede dat over het een en ander pas zal worden gesproken als de gemeenteraad het kapitaal heeft ver strekt. De heer van Lier vraagt wat er zal gebeuren indien de firma niet geneigd is korting toe te passen. De heer Kerstens deelt mede dat de raad dan een voorstel krijgt om geen kapitaal te verstrekken. De heer van Lier merkt op dat in de offerte de conditie is opgenomen dat betaling geschiedt bij het sluiten van de over eenkomst. Spreker zegt zich niet te kunnen voorstellen dat er een behoorlijke firma is die een offerte maakt en als die offerte wordt geaccepteerd over kortingen gaat praten. Een offerte moet gemaakt worden inclusief de kortingen, moet dus rein zijn en niet zo maar een slag in de lucht. Indien de firma I zich houdt aan de onderhavige offerte dan dient er vooruit te worden betaald. Wat dan als deze firma bijvoorbeeld failliet gaat? Spreker zegt dat alle zaken duidelijk in een offerte moeten worden neergelegd. De voorzitter deelt mede dat men, gelet op de ervaringen met deze firma, beslist niet boven het gevraagde bedrag zal uitkomen II en dat de recreatiecommissie de gedachten van de heer van Lier zal meenemen en op de juiste manier in onderhandeling zal treden. I De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op geen antwoord te hebben ge kregen op zijn vraag wat de invloed van de mechanische paarden baan zal zijn op het totale bezoekersaantal. Spreker zegt dat de commissie nevenattracties een onderzoek heeft ingesteld en aan het bestuur een voorstel heeft gedaan. -Wellicht-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 35