-2-
Het provinciaal bestuur heeft ernstige bedenkingen tegen
wijziging van de gemeenschappelijke regeling, welke voor
uitbreiding van de dienstverlening nodig zou zijn. Het college
van Gedeputeerde Staten adviseert om in gezamenlijk overleg 0p
korte termijn tot opheffing van de schoolgezondheidsdienst
over te gaan.
Afgezien van bestuurlijke aspecten, die verbonden zijn
aan het gefaseerd terugtreden van deelnemende gemeenten - de
financiële aspecten daaronder begrepen - menen Gedeputeerde
Staten dat daarmee de belangen van de continuïteit in de dienst
verlening en van het bij de dienst betrokken personeel niet
worden gediend. Van een dergelijke fasering zijn zij geen voor
stander.
Intussen hebben de gemeenteraden van Etten-Leur, Prinsen
beek, Rucphen, Rijsbergen en Zundert reeds besloten om de deel
neming aan de schoolgezondheidsdienst te beëindigen.
Het is overigens belangrijk, dat de sinds 1947 in de
schoolgezondheidsdienst samenwerkende gemeenten voldoende
gelegenheid krijgen om de gezondheidszorg, waaronder de school
psychologische zorg is begrepen, bij een gewestelijke dienst
onder te brengen.
Niet alleen de gemeenten, maar ook de scholen en de mede
werkers van de dienst moet de tijd gegeven worden om op de
nieuwe situatie in te spelen.
Om de dienstverlening aan de scholen ongestoord te laten
verlopen, zullen het stadsgewest Breda en het streekgewest
Westelijk Noord-Brabant tijd nodig hebben om de diensten, ook
in de personele sector, op de nieuwe situatie af te stemmen.
Om alle betrokkenen de gelegenheid te geven, de nodige
maatregelen te treffen, alsmede om bij de administratieve af
wikkeling een vol kalanderjaar te kunnen aanhouden, heeft de
eerdergenoemde commissie van beheer voorgesteld, de opheffing
van de dienst te doen ingaan op 1 januari 1980.
Het stadsgewest (Breda is bereid, alle medewerkers van de
schoolgezondheidsdienst in dienst te nemen met alle rechten
en plichten. De medewerkers zullen worden ondergebracht bij
de gezondheidsdienst van het stadsgewest bij de afdelingen
jeugdgezondheidszorg en schoolpsychologie.
-Met-
-3-
Met het personeel is uitvoerig overleg geweest over eventuele
consequenties van de reorganisatie.
Ten aanzien van de dienstverlening van de scholen geldt,
dat het stadsgewest Breda de dienstverlening op het huidige
niveau heeft gegarandeerd, zodat het onderwijs geen nadelen
van de opheffing van de dienst zal ondervinden. De gemeente
Rucphen en onze gemeente kunnen de jeugdgezondheidszorg onder
brengen bij de districtsgezondheidsdienst Roosendaal en de
schoolpsychologie bij de schoolbegeleidingsdienst Westelijk
Noord-Brabant. De districts-gezondheidsdienst Roosendaal heeft
ons bij brief van 6 maart 1979 in kennis gesteld van zijn
besluit van 19 februari 1979 om er formeel mee in te stemmen dat
de gemeente Hoeven met ingang van 1 januari 1980 tot de dienst
toetreedt. Van de Stichting Schoolbegeleidingsdienst Westelijk
Noord-Brabant is bij schrijven van 26 april 1979 bericht ontvangen,
dat onze gemeente met ingang van genoemde datum als deelnemer zal
worden aanvaard.
Beide brieven liggen in het agendadossier voor u ter inzage. Boven
dien zijn daarin neergelegd de brieven van de schoolbesturen,waarin
zij te kennen geven, met de aansluiting in te stemmen.
De kosten van aansluiting bij de gezondheidsdienst Roosendaal
kunnen voor 1980 geraamd worden op 68.000,zijnde de voor 1979
in de gemeentebegroting opgenomen kosten, die betrekking hebben op
de schoolgezondheidsdienst district Etten-Leur, verhoogd met 5%.
De kosten van de schoolbegeleidingsdienst zullen ver
moedelijk -f 58.325>bedragen. In 1979 is hiervoor f 15.125,
geraamd voor een periode van 5 maanden.
Wij mogen u thans in overweging geven, te besluiten tot
a. opheffing van de gemeenschappelijke regeling ter behartiging
van de belangen van de gemeenten ten aanzien van de gezondheids
zorg op de scholen, en wel per 1 januari 1980;
b. toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling voor de gezond
heidsdienst te Roosendaal conform het bij de stukken gelegde
exemplaar van de regeling, eveneens met ingang van 1 januari
1980. Wij merken hierbij op, dat de belangenbehartiging zich
voorlopig beperkt tot de schoolgezondheidszorg (art. 3» vierde
lid).