De aspecten die in de beleidsnota moeten worden belicht, Zijn in de circulaire van de staatssecretaris 'aangegeven. In eerste instantie wordt aan de gemeenten overgelaten om binnen de grenzen van de goedgekeurde beleidsnota op ver zoeken tot verkoop te beslissen. Om de staatssecretaris ge legenheid te geven tot een oordeelsvorming over de vraag of de gemeenten zich bij hun beslissingen blijven bewegen binnen de door henzelf opgestelde en door de staatssecretaris goedge keurde beleidsnota, dienen de gemeenten telkens wanneer zij een positieve beslissing op een verzoek van een toegelaten instelling tot verkoop hebben genomen, dit verzoek aan de staatssecretaris toe te zenden met opgave van alle relevante gegevens. Het bestuur van de Stichting Woningbouw St. Bernardus te Oudenbosch heeft naar aanleiding van de bovenbedoelde circulaire een notitie voor een discussie over een beleidsnota samenge steld en daarmee het inzicht van het bestuur aan de raden van de gemeenten binnen zijn werkgebied kenbaar te maken. Deze notitie ligt eveneens in het agendadossier voor u ter inzage. Met hantering van de volgende uitgangspunten: 1Het bestuur is van mening dat er weliswaar vier gemeenten tot het werkgebied behoren, maar dat er maar één "Stichting Woningbouw St. Bernardus" is. Om deze reden vindt het bestuur dat deze materie als stichting in zijn geheel bekeken moet worden. Bij het verwerven van grond voor het bouwen van een nieuwe woning in de premie- of vrije sector bepaalt ook meestal het lot of iemand in aanmerking komt voor gemeenschaps gelden (subsidie en belastingaftrek). Al erkent het be stuur een verschil, toch zijn deze bezwaren niet steek houdend genoeg om niet tot verkoop van woningen over te gaan. -3- 3. De huidige regeling t.a.v. het belastbaar inkomen en de prijs vaststelling vindt het bestuur niet juist. Het meent dat een stuk gemeenschapsbezit - aan bepaalde huurders - tegen zulke lage prijzen niet verkocht mag worden. 4. Het bestuur is van mening, dat 2.500 a 5.000 woningen een minimaal woningbezit is om een verantwoord beleid t.a.v. de be heers- en onderhoudstaken te voeren. spreekt het bestuur zich uit, dat in principe zal worden meegewerkt aan een beleidsnota die concludeert tot het verkopen van woning wetwoningen onder de navolgende voorwaarden: a. niet meer woningen in een jaar verkopen dan er in een gemeente gebouwd worden. b. de prijsvorming moet op een redelijke wijze plaatsvinden (benadering marktwaarde). c. geiljkschakeling voor keuze- woningwet- en premiewoningen. d. een kandidaat-koper moet tenminste 5 jaar huurder zijn van de stichting. Hoewel dus het stichtingsbestuur voorstander is van het voeren van eenzelfde beleid voor het gehele werkgebied en verkoop van woningwetwoningen (onder bepaalde voorwaarden) wil mogelijk maken, kunnen er naar onze mening van gemeente tot gemeente zich toch zodanige verschillen voordoen, dat een afwijkend beleid verantwoord en zelfs gewenst kan zijn. Voor wat onze gemeente betreft wijzen wij er in dit verband op: 1. dat in par. 3-4 (samenvatting van knelpunten en conclusie) van het concept-hoofdstuk 3 van het rapport structuuronderzoek wordt opgemerkt: "De gegevens wekken de indruk, dat onvoldoende goed kope huurwoningen in Hoeven ter beschikking komen. De mate waarin, is niet bepaald in deze fase van de studie". Woningvretwoningen behoren tot de categorie goedkope huur woningen. 2. In punt 2 van zijn circulaire van 19 januari 1979 zegt de staats secretaris: "Blijkens de wachttijden voor woningzoekenden in een bepaalde categorie een aanvaardbare termijn te overschrijden - te denken valt b.v. aan één jaar -, dan zal dit een voldoende motief kunnen -zijn-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 354