GEMEENTE HOEVEN
-2-
Resumerend stellen wij u dan ook voor om aan de heer
P. van der Zanden, Azalealaan 3 te Hoeven een bijdrage in
zijn verhuiskosten toe te kennen van 3.000,
De aanvrage van de heer van der Zanden, alsmede het
advies van de G.M.D. liggen voor u in het agenda-dossier
ter inzage.
De commissie algemene zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.
0: vdB.
T: Hg.
C:
Agendanr. 6. Raadsvergadering d.d. 28 juni 1979.
ertferp: Voorstel tot bepaling van het beleid m.b.t. de verkoop van woning
wetwoningen.
HOEVEN, 15 juni 1979.
Vanwege het Ministerie wordt de laatste jaren met steeds meer
klem er op aangedrongen om overdrachten van woningwetwoningen aan
de bewoners te toetsen aan het plaatselijk volkshuisvestingsbelang.
Bij de in 1978 vastgestelde wijziging van de regeling terzake
van overdracht van woningwetwoningen aan de bewoners, werd dan ook
de voorwaarde dat verzoeken tot verkoop getoetst moeten worden aan
het algemeen volkshuisvestingsbelang duidelijker uitgewerkt.
Uitgangspunt daarbij is, dat zolang in de behoefte aan goedkope
huurwoningen niet voldoende is voorzien, de verkoop van woningwet
woningen dat belang kan schaden. Tevens werd die toetsing toever
trouwd aan de gemeenten, die bij uitstek een oordeel kunnen geven
over de plaatselijke volkshuisvestingssituatie.
Het is de staatssecretaris van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening gebleken dat een beoordeling op rijksniveau van de toetsing
op gemeentelijk niveau wenselijk wordt geacht. In verband daarmee
heeft hij zijn standpunt terzake uiteen gezet in zijn circulaire
van 19 januari 1979 (in Het agendadossier voor u ter inzage gelegd).
Deze circulaire geeft aan op welke wijze de beoordeling door het
rijk gestalte zal krijgen. Met het oog op het spoedeisende karakter
van dit aspect is de regeling op dit point dan ook gewijzigd, vooraf
gaande aan de - vrij spoedig te verwachten - bijstelling van de
regeling op enkele andere punten.
Kernpunt van deze wijziging is, dat de gemeenten vóór medio
juli 1979 een "beleidsnota verkoop van woningwetwoningen", door
tussenkomst van gedeputeerde staten, aan de staatssecretaris ter
goedkeuring toezenden. Deze beleidsnota zal op voorstel van
burgemeester en wethouders telkens voor een periode van drie jaar
door de gemeenteraad moeten worden vastgesteld. Als het wenselijk
lijkt van de nota af te wijken, dient een nieuwe nota te worden
opgesteld.
-De-