-36-
Ri.isdort) (V.V.B.); Be commissie ad hoc kan in feite
Lt plan niet verdedigen in de raad, maar een commissie ex
Ltikel 61 wel. Het raadslid, dat in die commissie zit, kan
lamens de commissie, het plan wel in de raad verdedigen. Bat
Ijs een zeer principieel verschil.
Sen commissie ad hoe levert iets in bij b. en w.en dan gaat
en w. er mee naar de raad. Het plan moet door de raad worden
vastgesteld.
iHp heer van Lier: Ik wil de woorden van de heer Rijsdorp
volkomen onderschrijven. Be commissie moet voorzien zijn van
een behoorlijke kwaliteit en flexibiliteit. Ik ben er van
overtuigd, dat als de commissie ad hoe klaar zou. zijn met haar
perk, en u zou dan pas gaan besluiten om over te gaan tot een
commissie ex. art. 61dat men weer met dezelfde problemen
opgezadeld wordt. Be enige Juiste weg in deze is dus een
[commissie ex. art. 61.
Ite heer Bui,js (P.v.d.A.): Ik wil graag een stemverklaring afleggen. In
ie vorige vergadering heb ik uw voorstel gesteund. Ik wil nu
bet voorstel van de heer Rijsdorp ondersteunen om een vaste
pmissie in te stellen. Be commissie heeft geparticipeerd in
bet onderzoek, is dus ingewerkt en weet wat er aan de hand is
pet dat sociaal- cultureel plan en kan dus goed mee praten
Pij de planopstelling en uitvoering daarvan,
r Planopstelling door de ambtelijk deskundige heeft voor
p 0°k wa/fc bezwaren. Het lijkt me een goede zaak, als de
popstelling begeleid wordt door die commissie, maar ik
het oneens met de heer Rijsdorp, dat het plan door die
jconuniggie verdedigd moet worden in de raad.
I blijft een plan wat onder verantwoordelijkheid van b. en w.
|ln de raad wordt gebracht
I
W' we"ken dan, dat er een aantal mensen achter staat,
een maatschappelijke -en een raadsvertegenwoordiging.
-Be-