-26- Tenslotte vraagt spreker waarom er geen foldermateriaal in het agendadossier ter inzage is gelegd, met daarop afbeeldingen van datgene waarvoor er kapitaal moet worden verstrekt. De heer Rijsdorp (V.V.D.) zegt dat het erg moeilijk is om de voorgestelde investeringen op zijn merites te beoordelen van wege het gebrek aan voldoende informatie. Ten aanzien van het in het voorstel geraamde batig saldo van 3.000,voor de mechanische paardenbaan merkt de heer Rijsdorp (V.V.D.) op dat daarvoor in de plaats zou moeten staan: "tekort 8.100, Spreker zegt dat het college uitgaat van 150 dagen, waarvoor de personeelskosten voor bezetting tijdens de weekenden 5.000,bedragen. Spreker merkt op dat die paarden dan gedurende de overige 5 dagen van de week zonder bezetting rijden. Maar, aldus spreker, 150 dagen gedeeld door 7 is 21 weken, maal 2 is 42 dagen. En die 42 dagen kosten 5.000, dat wil zeggen, als men die 5.000,gaat delen door die 42 dagen, dan komt men aan 119»per dag en als men dan die 119,Per dag gaat delen door 8 uur, dan komt men aan 14,87 per uur. Dat is dan de personele bezetting per manuur. De voorzitter merkt op dat in het voorstel alleen wordt uit gegaan van een bezetting tijdens het weekend, omdat er in de week andere mogelijkheden zijn. De heer Rijsdorp (V.V.D.) antwoordt hierop dat hij daar nu juist toe wil komen. Spreker zegt dat als men die 150 dagen neemt en daar die 42 dagen van af trekt, er afgerond 100 dagen over blijven, maal die 119»f 11.900» Trekt men van dat bedrag het in het voorstel genoemde batig saldo van 3.000,af dan zou er eigenlijk moeten staan 8.100,tekort. Spreker zegt zich af te vragen of men wel op de goede weg is, want men is bezig met de uitbreiding van een recreatie element, gerelateerd aan een kostenaspect, gebaseerd alleen op weekendbezetting, weekendgebruik en men gaat voor de overige 5 dagen uit van de goede gaven van anderen, in dit geval genoemde 11.900,hetgeen eigenlijk een tekort is van 8.100,op dit recreatie-element. -Spreker- -27- Spreker zegt dat zulks niet alleen geldt voor dit recreatie element, maar voor vele recreatie-elementen. Voorts zegt spreke dat hij in de krant heeft moeten lezen dat het Bestuur van de Stichting Bosbad Hoeven voornemens is om binnen niet al te lang termijn eens een gesprek te hebben met de raad over de bestuur lijke organisatie etc. van de Stichting. Spreker zegt i'n de algemene beschouwingen daar heel duidelijk op te hebben gewezen en daarbij te hebben gevraagd naar nadere gegevens over de bezetting binnen de Stichting Bosbad Hoeven waar het part-time werkers betreft en mensen die tewerkgesteld worden bij de stichting. Spreker zegt er bang voor te zijn dat als men de totale kosten op een rijtje zet, dus ook van alle mensen en alle uren die zij binnen die Stichting werken, men op een schrikbarend bedrag zal uitkomen. In dit verband verwijst spreker naar pagina 3 van het jaaroverzicht 1978 en citeert daa: uit het volgende: "Graag hoop ik daarbij dat in het nieuwe jaar de recreatieve taakstelling van de gemeente Hoeven binnen de regio en in de herziening van het Streekplan en in de geweste- lijke voorstudie voor de openluchtrecreatie duidelijk zal worden erkend en ook zal worden herkend." Spreker zegt te ge loven, dat het "herkennen" wel aanwezig is, maar dat het erkenm een geheel andere zaak is. Spreker zegt tussen de regels door in het jaaroverzicht te hebben moeten lezen, dat daarin eigenlij! wordt gezegd hoever kunnen we gaan met die Stichting Bosbad Hoex voordat de recreatieve taakstelling van de gemeente een blok aar het been gaat worden. Men zal daar zeer attent op moeten zijn. Spreker zegt dat zijn fractie van mening is, dat men zich steeds dient af te vragen of het gegevene en het geschonkene aan mankra dat men zelf niet hoeft te betalen, op een bepaald moment niet boven het hoofd gaat groeien. De heer van Lier merkt op dat ook zijn fractie aan deze aspecten heeft gedacht, maar dat zij in eerste instantie hebben gekeken naar de kosten en de opbrengst. Spreker zegt dat de geraamde opbrengst natuurlijk natte vinger werk is, omdat de 120 dagen afhankelijk moeten worden gesteld van het weer. Met betrekking tot de mechanische paardenbaan merkt spreker op dat in de offerte een bedrag van 47.000 D.M. is opgenomen. -Deze-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 30