t -18- De heer van Lier stelt voor om op het Zwartboek een kort antwoord te geven en dat de raad het commentaar van het college voor kennisgeving aanneemt, maar dat dat later bij de behandeling van het bestemmingsplan vliegveld weer bij de raad zal terug komen. De voorzitter antwoordt dat het college van mening is dat aan deze zaak veel aandacht moet worden besteed en dat het goed is dat een en ander eens op een rijtje wordt gezet om te zien welke mogelijkheden er aanwezig zijn, alsmede dat het ook juist is dat het commentaar met misschien zelfs de aan vullingen die vanuit de raad gekomen zijn, aan de schrijvers van het Zwartboek wordt toegezonden. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat hij zich uitdrukkelijk heeft uitgesproken tegen de sportvliegerijmaar niet tegen de zakenvliegerijSpreker zegt alleen te hebben gevraagd of dat, zulks gelet op de hoge bedragen die er door alle ge meenten worden ingestoken, de prijs wel waard is. Spreker ver zoekt dit aan de NV. Vliegveld Seppe voor te leggen en omtrent het aantal bedrijven nadere cijfers te leveren, alsmede over het aantal industrieën, waarbij wellicht in het gebied van West-Brabant een enquête gehouden zou kunnen worden. Spreker zegt dat het hoofdpunt wat hij heeft aangevoerd was dat het college onvoldoende de belangen van de bevolking heeft afgewogen. Spreker deelt mede dat de heer Rijsdorp (V.V.D. het zo belangrijk vindt dat er voor de industrie ook een recreatief aspect in de vorm van sportvliegerij en parachute springen aanwezig is. In dit verband deelt de heer Buijs (P.v.d.A.) mede dat de heer Rijsdorp (V.V.D.) zeer recent duidelijk heeft laten blijken tegen een rallye te zijn op basis van een aantal overwegingen van energie, milieu en veiligheid. De heer Rijsdorp (V.V.D.) merkt op dat zijn bezwaren alleen golden voor een rallye die 's nachts werd gehouden. -De- -19- De heer Buijs (P.v.d.A.) zegt voorts zich te kunnen herinneren' dat de heer Rijsdorp (V.V.D.) destijds grote bezwaren had teger het parachutespringen nabij de dorpskern. Spreker zegt nu niet te begrijpen waarom de heer Rijsdorp (V.V.D.) thans geen be zwaren aantekent tegen het beoefenen van die sport op een plaat die uit een oogpunt van milieu en natuur wel grote bezwaren oplevert. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op het eens.te zijn met de op merking dat het bestemmingsplan uitgangspunt moet zijn voor het vastleggen van het beleid. Spreker zegt dat het terecht is dat men nu reeds een dergelijke discussie aangaat, omdat, als strak het ontwerp-bestemmingsplan ter tafel komt, de zaak al behoor lijk vast ligt. Voorts deelt spreker mede, dat de C.D.A.-fractie van mening is dat er op een eenzijdig gericht stuk een eenzijdig gericht antwoord moet worden gegeven. Spreker zegt zich hierover te verbazen, omdat het Zwartboek over een aantal zaken zeer informatief is. De heer van den Bosch merkt op dat de heer Buijs (P.v.d.A.) er van uitgaat dat er een hoeveelheid nieuwe informatie is aangedragen. Ten aanzien van het gestelde door de fractie Kerstens-Zagers merkt de heer Buijs (P.v.d.A.) op dat de hinder van het vlieg veld voldoende wordt aangetoond door het feit, dat er een geluidszone vastgesteld moet worden. De heer Koevoets merkt op dat de omwonenden een riem onder het hart is gestoken met de mededeling dat een eventuele betonnen startbaan in ieder geval niet langer zal worden dan de huidige grasbaan. Spreker deelt mede dat hem de kwestie bestemmingsplan geluidszone niet helemaal duidelijk is geworden en vraagt of het voor de bewoners niet beter zou zijn dat eerst de geluidszone wordt vastgesteld en daarna pas het vliegveld wordt vergroot. De voorzitter antwoordt hierop, dat het wellicht aanbeveling zou verdienen om in de eerste plaats een geluidszone vast te stellen en daarna het bestemmingsplan, omdat bij de geluidszone -tevens-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 26