GEMEENTE HOEVEN
Openheid en openbaarheid.
Hoeven, 18 mei 1979»
Uw raad acht een hernieuwde en fundamentele discussie over
openbaarheid van commissievergaderingen gewenst en heeft verzocht
een nota inzake dit onderwerp op te stellen en deze in de raad ter
discussie te stellen.
Deze nota is in ontwerp aan de orde gesteld in de maart
vergaderingen van de Commissies Algemeen Financieel Beheer
c.a.Algemene Zaken en Openbare Werken.
De bij die gelegenheid door de commissieleden gemaakte op
merkingen zijn hieronder in de tekst per onderdeel vermeld.
Reeds eerder (april 1977) hebben wij een nota omtrent deze
materie aan de commissies voorgelegd. Daarin werd geadviseerd om,
zo u inderdaad over wenste te gaan tot het openbaar maken van
commissievergaderingen, zulks op een voorzichtige wijze en gefaseerd
te doen plaatsvinden en bij wijze van proef, gedurende een bepaalde
periode de commissie openbare werken, die daarvoor het meest ge
schikt werd geacht, in het openbaar te doen vergaderen.
Deze nota werd in de commissievergaderingen besproken, waarbij
bleek, dat de meerderheid van de raad geen voorstander was van
openbare commissievergaderingen (vóór waren de heren Rijsdorp en
Zagers, tegen de heren A. Buijs, Broos, Koevoets, Nuijten, van
Nijnatten, Oomen en Taks, terwijl de heer Kerstens mededeelde geen
behoefte te gevoelen aan openbare commissievergaderingen. De heer
Krijnen was daarbij niet aanwezig).
Eén commissielid wees erop, dat hier niet het standpunt van
de in 1977 fungerende wethouders is weergegeven.
Voor een goed begrip is een nadere omschrijving op zijn plaats
van wat onder "openheid" en "openbaarheid" wordt verstaan. De
Oommissie Heroriëntatie Overheidsvoorlichting (de commissie Bies
heuvel, genoemd naar haar voorzitter) hanteert daartoe de volgende
definities, die als algemeen gangbaar worden aanvaard: