-2- a In het hoofdlijnenrapport- worden de volgende recreatie- vormen onderscheiden: '..Recreatie in natuur en landschap (hoofdstuk 4-blz 19 t/m 25). Hieronder zijn de recreatie-activiteiten verstaan, die zich afspelen in een min of meer natuurlijke omgeving. Het gaat hier zodoende om een groot aantal activiteiten zoals wandelen, luieren en picknicken. - Amfibische recreatie (hoofdstuk 5-blz. 27 t/m 32). Hieronder zijn de recreatie-activiteiten verstaan, die plaatsvinden aan en in het water, waarbij men zich in meer of mindere mate in en uit het water begeeft. Het gaat om activiteiten als zwemmen, pootje baden, spelevaren met opblaasbootjes of luchtbedden en zonnen. -Hengelsport (hoofdstuk 6- blz. 33 t/m 37). Bit betreft zowel vissen vanaf de oever of uit een boot als in zoet of in zout water. J" Watersport (hoofdstuk 7- blz. 39 t/m 44). Blijkens het rapport is dit een vorm van recreatie, waarbij men zich over het water verplaatst. Het heeft elementen in zich van zowel dag- als verblijfsrecreatie maar ook van weekend- of vakantietochten. j- Verblijfsrecreatie (hoofdstuk: 8- blz. 45 t/m 48). Er is sprake van verblijfsrecreatie wanneer er gebruik wordt gemaakt van een recreatieverblijf, waarin tenminste een nacht wordt doorgebracht. ïo°rin het hoofdlijnenrapport is onder het hoofd BELEIDSPROGRAMMA (groene blz. I t/m IX) het eigenlijke resultaat van de voorstudie en> nl. het door de Grontmij N.V. geformuleerde beleids— voor een verdergaande aanpak van de openluchtrecreatie. rstudie heeft een probleemsignalerend karakter en het beleids- Seeft danook de mogelijke wegen aan waarlangs de gesignaleerde I n kunnen worden opgelost. De feitelijke oplossingen komen I n later stadium aan de orde. -In-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 262