-67-
Wethouder van Eekelen: Dat maakt geen verschil en ik weet het
ook niet.
Het gaat er om, dat de eigenaar het heeft gedoogd, want een
ander mocht er gebruik van maken middels een wijze van gedogen,
niet middels een gevestigd zakelijk recht van overpad.
De heer Wijnen (V.V.D.): Ook de grond van het kerkelijk
Armbestuur lag aan dat pad. Wil dat zeggen dat de gebruikers
van die grond ook altijd van dat pad gebruik hebben gemaakt
omdat de eigenaar dat heeft gedoogd? Die hadden wel degelijk
een uitweg naar de Bovenstraat.
Wethouder van Eekelen: Dat is best mogelijk. Er zijn in Hoeven
tal van gevallen waar men nog steeds een overweg gedoogd, ter
wijl er geen zakelijk recht gevestigd is.
De voorzitter: Deze discussie heeft niets te maken met het ver
lenen van een bouwvergunning. Er zijn andere gronden op grond
waarvan een beslissing dient te worden genomen.
De heer Rijsdoro (V.V.D.); Dat is niet zo. De wethouder heeft
zelf in het geding gebracht, dat de bouwvergunning geweigerd
kan worden, doodeenvoudig omdat er een eiland was. Daaraan
gekoppeld hebben wij betoogd, dat het geen eiland is, maar dat
er duidelijk een recht van uitweg is vanuit dat perceel. Het
maakt onderdeel uit van het betoog.
De voorzitter; We hebben te maken met het pre-advies.
Wethouder van Eekelen; Ik wijs er nogmaals op dat door mij niet
is gesteld dat de bouwvergunning is geweigerd, omdat er geen
uitweg is.
De heer Riisdorp (V.Y.D.); Er is gesproken over de overgangs
bepaling. Ik wijs in dit verband op een arrest wat in de over
gangsbepaling is gevoerd in de gemeente Geleen.
-Daar-