-65-
De heer Rijsdorp (Y.V.I).): Het laatste werk is vandaag gedaan.
De heer Kerstens; Onze fractie is niet zo ver teruggegaan in de
historie, omdat dit perceel nog niet zo lang geleden reeds
onderwerp van discussie is geweest. Reeds toen is er een be
paald standpunt ingenomen. De beroepszaak is toen om de een of
andere reden niet doorgezet. Wij vinden dit wel jammer, want
dan hadden we een uitspraak gekregen, die bindend was geweest.
Nu is er een nieuwe eigenaar van dat perceel en het zou onze
fractie toch wel vreemd voorkomen, als er nu wel een bouwver
gunning zou worden afgegeven, omdat het feit dat de V.V.D.
zoveel gegevens op tafel heeft gebracht. Wij kunnen de situatie
op dit moment niet zo goed overzien, maar we hebben wel ver
trouwen in het college over deze zaak en we blijven dan ook
achter het voorstel van het college staan.
De heer Buijs (P.v.d.A.): Of de woning nu in 1967 of in 1974
is gesloopt, doet niet zo zeer ter zake. Pas 4 jaar na 1974
wordt er een verzoek om bouwvergunning ingediend. Naar mijn
gevoel is er dan inderdaad geen sprake meer van overgangsrecht.
Ik ben het helemaal met u eens dat een overgangsrecht een
sanerende werking heeft, zodat, als daarop geen beroep meer
gedaan kan worden, ieders recht om daar een woning te bouwen,
vervalt en dus aanhouding niet verplicht is. Het is wel
degelijk terecht dat de bouwaanvrage in behandeling wordt ge
nomen en dat u daarop een beslissing heeft genomen. Ik ben
het eens met uw argumentatie, voorzitter.
Ik steun graag uw voorstel tot ongegrondverklaring van het
beroep.
Wethouder van Eekelen: Het verbaast mij hogelijk, dat ik gezegd
zou hebben dat een bouwvergunning geweigerd is omdat de woning
op een eiland komt te staan. Dat heeft er namelijk helemaal
niets mee te maken en ik vraag me af wie daar de zegsman van
is.
-De-