-45-
Be heer Buijs (P.v.d.A.): U combineert twee opmerkingen. Be
eerste opmerking betrof de kwestie, dat de belastingaanslagen
voor mensen met minder kennis en minder opleiding enz. een
moeilijk te verdedigen zaak zijn. Zij zijn natuurlijk meer aan
gewezen op adviseurs. Wat dat betreft ben ik blij, dat er
wetswinkels zijn, daar worden de mensen nog geholpen. Mijn
tweede opmerking betrof dat belastingafwenteling altijd
plaats vond door mensen met bezit en de mensen met hoge
inkomens, naar de mensen met lage inkomens. Bat is zo bij zaken
als zakelijk gerechtigheid zo en ook bij de aftrekbaarheid van
renten. Baar zullen we via goede belastingsystemen de grootste
nadelen van weg moeten werken.
Be heer Koevoets: Be taxateurs staan dus volledig achter de
waardebepaling, dat deed hij ook in 1974. Zijn de laatste
bezwaarschriften reeds afgehandeld en zo ja, wanneer? Wanneer
zullen de nieuwe bezwaarschriften afgehandeld zijn en hoe lopen
die af. Worden dan eventueel de bedragen gerestitueerd?
Be voorzitter: Er zijn weinig bezwaarschriften op de O.G.B. over
de afgelopen jaren en er lopen er nog enkelen, het juiste aantal
weten we niet. Gelukkig hebben de mensen het recht om in beroep
te gaan, waardoor de zaak nog eens extra bekeken kan worden.
We weten dat het een complexe zaak is en wij, als college, hebben
dezelfde vragen gesteld als u. Ook wij hebben gewezen op de ver
schillen en op de randverschijnselen van deze belasting. We
moeten dit voorstel doen, want ook voor 1979 moet deze belasting
worden geheven. Beze belasting is momenteel volop in studie bij
de hogere overheid. Uit de nota van de staatssecretaris heb
ik niet op kunnen maken, dat er bepaalde essenties zijn, die
veranderd gaan worden. Men is nog steeds van mening dat de ver
houding verdeeld over de onroerende goederen juist is. Baarom
ook is er geen sprake van een draagkrachtbeginsel.
Het onroerend goed wordt belast. Wij houden ons op het ogenblik
aan het feit, dat de taxateur er van overtuigd is, dat hij goed
heeft getaxeerd en zijn taxatie ook kan verdedigen. Vanuit die
basis zouden wij willen starten. We willen u dan ook beslist
ontraden om dit voorstel terug te geven, want we weten echt niet
wat we daaraan zouden moeten verbeteren.
-Wie-