-41-
De premieverkoopwoningen, welke initiatief inmiddels door de
Woningstichting is overgenomen.
Maar deze mensen worden nu weer extra heiast. Men heeft gelijk
tijdig premie- en huurwoningen gebouwd. Ze zijn volledig ver
gelijkbaar. De woningwetwoningen werden voor de allerlaagste
toetsingsprijs gebouwd. De aannemer zei daarvan dat dat
eigenlijk niet kon, maar hij heeft er op de premiewoningen
wat bijgedaan. Ik bedoel de woningen die in Bosschenhoofd zijn
gebouwd.
Ik vind dat onjuist, men heeft toen enkele duizenden gulden
meer moeten betalen en de consequenties is een extra straf-
verhoging. Voorzitter, u merkt het, het C.D.A. is het met dit
voorstel niet eens, maar ik vind dat een zwak argument. Wij
zouden u daarom voor willen stellen om de samenstelling van
onze O.G.B. nog eens opnieuw uit te spitten. Ik zeg niet:
"wij zijn tegen", maar "ja-zeggen" kunnen wij ook niet. Neem
het geheel terug en laat ons eens recente cijfers uitspitten.
Op dit moment een beslissing nemen weer ten nadele van een
groep stuit ons tegen de borst.
De heer Ri.isdorp (V.V.D.): Ik stel voorop dat ik voor grote
delen kan instemmen met het betoog van het C.D.A. De O.G.B.
is een bijzonder aanvechtbare zaak.
Het grootste ongeluk daarvan is dat nauwelijks een inwoner
dat bedrag kan aanvechten, want hij vecht over iets wat voor
hem ongrijpbaar is en dat is voor een burger het meest onge
lukkige wat hem kan overkomen. Als de burger in beroep wil
gaan bij de rechter, dan is hij bovendien nog verplicht om een
deskundige in de hand te nemen en dus extra kosten gaat maken,
die hij niet vergoed krijgt.
Ik vind het moeilijk om het woord rechtsongelijkheid te ge
bruiken, maar ik heb toch wel het gevoel, dat die burger daar
m zekere mate toch wel mee te maken krijgt op grond van de
beperktheid van kennis en de macht om daar op een gegeven moment
gefundeerd over te kunnen oordelen. Ik kan me niet herinneren
dat ik in mijn eerste betoog gezegd heb, dat ik de huurwoningen
te laag vind en het eigendom te hoog, zoals de P.v.d.A. dat heeft
gezegd.
-Ik-