-4- De heer van Lier merkt op dat de voorzitter ook heeft toege zegd om een volgende keer in overweging te nemen ook een offerte van een andere hank te vragen. De voorzitter antwoordt hierop dat hij het niet eens is met de heer van Lier en dat die toezegging niet is gedaan. Spreker deelt mede niet bereid te zijn de notulen hieromtrent aan te vullen. Yoorts merkt de heer van Lier op, dat hij niet in de notulen heeft kunnen terugvinden dat wethouder van Eekelen heeft toe gezegd, dat de Torendreef, vooruitlopend op de definitieve verbetering via de ruilverkaveling, toch zal worden geëgali seerd en rijdbaar zal worden gehouden. Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat met de herstelwerk zaamheden van de Torendreef reeds een aanvang is gemaakt, maar dat deze door de winterse omstandigheden tijdelijk zijn ge staakt. Naar aanleiding van het gestelde op pagina 23, 3e alinea, van de notulen van de vergadering van 14 december 1978» merkt de heer Rijsdorp (V.V.D.) op dat de zin: "Inhakend op de discussie omtrent de woningwetbouw, vraagt spreker de nodige voorzichtig heid in acht te nemen met betrekking tot de particuliere woningbouw", gelezen moet worden als: "Inhakend op de discussie omtrent de woningwetbouw vraagt spreker de nodige voorzichtig heid in acht te nemen m.b.t. beperking van de particuliere woningbouw". Spreker vraagt de notulen in die zin aan te vullen. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermee akkoord. Voor het overige worden de notulen van de openbare ver gaderingen van 14 en 21 december 1978 zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Hierna gaat de heer van Lier uitvoerig in op het gebrek aan voorlichting aan nieuwe raads- c.q. commissieleden. De voorzitter deelt mede dat zulks thans niet aan de orde is en adviseert de heer van Lier hierover in een informeel ge sprek met het college van B. en W. nader op terug te komen. -5- 3.Ingekomen stukken. De voorzitter stelt voor eerst de ingekomen stukken, vermeld o de nummers 1 t/m 10, voor kennisgeving aan te nemen. De heer Wijnen (V.V.D.) merkt, naar aanleiding van het ingekom stuk, vermeld onder nummer 2, op, dat deze kwestie op 31 augustus 1978 in de raad aan de orde is geweest en dat zijn fractie op 23 september 1978 hierover een brief naar het college heeft gezonden, waarop op 23 oktober 1978 werd mede gedeeld dat over deze zaak nadere gegevens moesten worden ver kregen, alvorens tot beantwoording te kunnen overgaan. Op 20 december 1978 heeft zijn fractie wederom een brief naar het college gezonden, betrekking hebbend op de te plaatsen licht masten e.d., met een offerte. Indien men deze offerte nauwkeuri leest bemerkt men een duidelijk verschil, niet alleen in prijs maar ook in het aantal te plaatsen masten en de te leveren materialen. Spreker vraagt waarom Gedeputeerde Staten de be slissing hebben verdaagd en waarom zijn fractie op de laatste brief nog geen antwoord heeft ontvangen. De voorzitter deelt mede dat het antwoord op de brief inmiddel is verzonden en dat daarin onder meer staat, dat er over deze zaak nog advies is gevraagd aan de P.N.E.M. Voorts deelt spreke mede dat de verdaging verband houdt met de mening van Gedeputeerde Staten dat het hier gaat over een toch wel erg hoog bedrag. Gedeputeerde Staten wensten hierover nadere infor maties te ontvangen. Deze informaties zijn inmiddels verstrekt zodat gehoopt wordt dat de goedkeuring binnen een paar weken zal worden verleend. De heer Rijsdorp (V.V.D.) merkt op dat dit des te meer een reden is om dan nog eens zeer nadrukkelijk de offertes in ogenschouw te nemen. Spreker zegt van mening te zijn, dat elke duizend gulden die op deze zaak kan worden bespaard ook inderdaad bespaard moet worden. Vandaar dat de laatste alinea in de brief van zijn fractie niet voor niets is gesteld, omdat die ook kan worden doorge trokken naar een eventuele besparing met betrekking tot de korfbalvereniging -Spreker-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 19