-23-
De heer Bui ,1s (P. v.d.A. Ik heh in de beantwoording op de eerste
termijn volledig gemist of de commissie door het college of door
de raad moet worden benoemd.
Ik heb nog twee opmerkingen naar aanleiding van het betoog van de
heer Rijsdorp (V.V.D.). Ik blijf toch een lichte voorkeur houden,
maar het verschil is niet groot, voor een commissie ad hoe,
juist om heel duidelijk aan te geven, dat na gereedkoming van
het sociaal- culturele plan een ander soort situatie ontstaat,
zodat dan tot een commissie kan worden gekomen, die een andere
taakstelling heeft dan de commissie, die nu ingesteld wordt.
Dat breekpunt kan het beste worden aangegeven door nu een
commissie ad hoe en straks een commissie ex artikel 61 in te
stellen. De tweede opmerking van de heer Rijsdorp (V.V.D.) om
de kandidaten te laten horen en een gesprek te laten hebben met
het P.O.N., daar ben ik het niet mee eens. Ik vind, dat be
roepswelzijnswerkers geen invloed moeten kunnen uitoefenen op de
samenstelling van de commissie. Ik vind dat door het college en
de raad voldoende goed kan worden overwogen welke kandidaten geschikt
zijn voor deze commissie. Het gaat er nu juist om dat we de
gewone Hoevense amateurs krijgen en ik denk dat juist vanuit
dat soort mensen een goede controle op zo'n sociaal-cultureel
plan voor onze gemeenschap mogelijk is. Hoofdpunt blijf ik echter
de benoeming door de raad vinden.
Wethouder Frijters; Het P.O.N. heeft uitdrukkelijk een commissie
ad hoe geadviseerd.
Van de commissie algemene zaken was l/3 tegen een commissie ad hoe
en 2/3 voor een commissie ad hoe.
De heer van den Bosch: heeft zojuist gezegd, dat de heer Rijs
dorp (V.V.D.) alleen aanwezig was.
Wethouder FriIters: Ook de heer Taks was nog aanwezig. Ik heb
gezegd dat van de thans aanwezigen, alleen de heer Rijsdorp
(V.V.D.) de vergadering bijwoonde.
De heer van den Bosch: Hoe komt u dan aan l/3 en 2/3?
-Wethouder-