-22-
p. heer Rijsdorn (V.V.D.): In de vergadering met de verenigingen
is met het P.O.N, gediscussieerd over een commissie ad hoc.
Het P.O.N, heeft toen heel duidelijk gesteld dat zij geen
commissie ad hoe zonder meer voorstelde, maar dat er een
commissie moet komen. Ik pleit voor een commissie ex artikel
61 van de gemeentewet. Als u een parallel gaat trekken met de
C.A.I., dan zit daar toch wel een verschil in. De commissie ad
hoc C.A.I. heeft overlegd wat er met het C.A.I. moest gaan
gebeuren, maar daar was een technisch bureau, dat daarvoor
een ontwerp-plan heeft gemaakt. Maar deze kwestie ligt juist
andersom. Hier doet het P.O.N. een onderzoek en dat moet
begeleid worden door een commissie, die, met het oog gericht
op de toekomst, zijn eindrapport uitbrengt. Deze commissie
zal straks het sociaal- culturele plan moeten maken, want dat
wordt niet door het P.O.N. opgemaakt. Dus waar de commissie
ex artikel 61 voor het C.A.I. ging functioneren, was het
beoordelen van de uitvoering van het plan. Deze commissie gaat
van begin af aan functioneren en gaat op het moment dat het
vooronderzoek is afgerond juist van start om te zorgen, dat dan
het sociaal- culturele plan op tafel komt. Vandaar, dat ik zeg,
dat het zo belangrijk is dat men van het begin af aan weet,
dat men dat ook primair tot zijn taak moet gaan rekenen.
De heer van Lier; Ik wil graag het voorstel van de P.v.d.A.
ondersteunen, dat de particulieren door de raad worden be
noemd.
Dg heer van den Bosoh; Onderaan het voorstel staat, dat de
oommissie is gehoord.
Ik heb noch uit de stukken,noch uit het voorstel kunnen merken,
dat de commissie algemene zaken negatief heeft geadviseerd,
anders heeft geadviseerd dan u in eerste instantie heeft
voorgesteld. Ook al was de commissie dan alleen de heer Rijs-
dorp (v v n 'i Ti
«v. ijs: neem aan, dat diegenen, die verhinderd waren,
6r mee eens waren. Ik wens in het vervolg ofwel uit de
kken, ofwel uit het voorstel op te kunnen maken dat een
|°®missie negatief heeft geadviseerd.
-De-