-17-
Dns iedereen zou. zich na een openbare bekendmaking beschikbaar
moeten kunnen stellen, waarbij, zoals in de commissie algemene
zaken is gesuggereerd, na een gesprek met de betreffende kandi
daten tot een keuze kan worden overgegaan. Ik vind voorts dat
de benoeming moet plaatsvinden door de raad en niet door het
college. Ik verwijs naar decommissie C.A.I., waarvan de
particuliere leden ook door de raad worden benoemd. Op die
manier is men er in ieder geval van verzekerd, dat de brede
samenstelling van de bevolking, die in de raad tenslotte ook
aanwezig is, ook in de commissie alle kans kan krijgen. Dat is
de reden waarom ik deze twee zaken als een belangrijke wijziging
van het voorstel wil zien.
De heer Koevoets: Wij willen dit graag ondersteunen. Wij stellen
daarbij tevens voor om enige tijd vóór de raadsvergadering
middels een vooroverleg met de fracties of met de voorzitter
van de fracties de kandidaten bekend te maken, zodat de raad
serieus kan overwegen wie de geschikste kandidaten zijn.
De heer Rijsdorp (V.V.D.): Ook wij als V.V. kunnen ons daar
in vinden.
In het voorstel staat dat het P.O.N. adviseert een commissie
ad hoc in te stellen.
Daarover is in de commissie algemene zaken met het P.O.N. van
gedachten gewisseld. Daarbij heeft het P.O.N. duidelijk gesteld,
dat het niet coute que coute een commissie ad hoe wenst, maar
wel een commissie. Het gaat hier om een belangrijke zaak, die
al de inwoners aangaat. Een zaak, die niet geldt voor een tijds
aspect van nu tot volgend jaar, maar die we moeten opbouwen
voor na 1982 enz. We hebben een raadsperiode van 1978 tot en met
1982 en dat zou ik als criterium willen nemen. Deze begeleiding
moet gedragen worden door mensen, die zich terdege bewust zijn
van wat er gaat gebeuren, maar ook mensen, die mee kunnen denken
in de faseringen, de deelrapporten die op tafel komen en die
in staat zijn om in zijn totaliteit een eindrapport uitte brengen
van het college. Als men dat eindrapport uitbrengt en men is
daar van het begin af aan bij betrokken, dan zal men heel duide
lijk een raamwerk voor ogen krijgen, waarmee men meent in de
naaste toekomst verder te kunnen werken.