-5- Voor het overige worden de notulen, zonder hoofdelijke stemming, ongewijzigd vastgesteld. De heer van Lier: Ik vind het niet juist dat op een mondelinge vraag, gesteld in een openbare vergadering, schriftelijk wordt geantwoord. Het antwoord zal, eventueel in korte vorm, toch in een openbare vergadering moeten worden gegeven. Ik zou graag zien, dat dat in het vervolg ook gebeurt. De voorzitter: Wij hebben als college geen behoefte af te wijken van dit systeem. Als er vragen gesteld worden, die niet direct beantwoord kunnen worden, dan wordt intern bekeken in hoeverre een antwoord kan worden gegeven. Van die beantwoording kunt u in de informatieportefeuille kennisnemen. De heer van Lier: Het antwoord bestaat uit 20 losse velletjes, waaruit men zelf maar een antwoord moet zien te destilleren. Ook de andere raadsleden moeten dat antwoord krijgen evenals de mensen op de publieke tribune daar recht op hebben. De voorzitter: Wij geven antwoord voor zover dat mogelijk is. De heer Rijsdorp (V.V.D.): Vorige keer heb ik iets gezegd over de vergaderruimte. Ik constateer dat, sinds wij hier zitten, er naar mijn gevoel aanmerkelijk minder mensen op de tribune zitten. Waar ligt dat aan? Ik denk, dat wij op de verkeerde weg zijn. Ik geloof niet, dat het juist is dat, als de mensen beneden aankomen, zij een kopje koffie in de hand gedrukt krijgen en dan met het verzoek om het daar weer neer te zetten, verzocht worden naar boven te gaan. Ik geloof niet, dat we daar mee door moeten gaan ook niet met het houden van onze vergaderingen in deze ruimte. Ik dacht, dat het verstandiger was terug te keren naar "Het Kompas" en wel om twee redenen. -Ten-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 170