-46- -47- Ik vond het echt prettig, dat u niet al te veel haast maakte met de wisseling van uw zetel en dat u daardoor ook nog ver- verschillende belangrijke zaken, zoals onder andere ook de voor bereiding- van de vergadering van vanavond met het streekplan, het beleidsoverleg met het bestuur van de Stichting Bosbad Hoeven, de discussie over de nota openheid en openbaarheid, heeft kunnen meemaken. En natuurlijk, als u het aan mij had gevraagd, had ik ook nog graag gehad, dat u ook aan andere belangrijke op stapel staande zaken uw inbreng had kunnen geven. Maar misschien zien wij u nog wel terug in de adviescommissies, wanneer de gemeenteraad daarin mettertijd ook niet-raadsleden gaat toelaten of in de commissies ad hoe, zoals er op het ogen blik al verschillende zijn. Ik wens u heel veel succes. Ik vind het prettig u al die jaren te hebben meegemaakt. Ik hoop, dat u toch ook nog prettige herinneringen aan die tijd zult overhouden. Welnu, ik mag u, namens de gemeenteraad, om voor u die herinnering zeker open te houden, dit Belfts blauw bord aan bieden, met de inscriptie: de heer J. Zagers, lid van de gemeente raad van 1974 tot 1979» Mag ik u dit aanbieden onder welgemeende dank voor het werk, dat u voor de gemeenschap en de gemeente heeft gedaan. Ik hoop dat dit inderdaad een blijvende herinnering zal zijn. De heer Zagers: Hartelijk dank, voorzitter, voor datgene wat u tegen mij heeft gezegd. Ik maak ook graag van de gelegenheid gebruik om een laatste woordje tot u, de secretaris en de raads leden te richten. Afscheid te moeten nemen van iets, waarin je rotsvast geloofd hebt is nooit een prettige zaak. Zelfs niet al je vrijwillig gekozen hebt voor dit afscheid. Met enige gemengde gevoelen zal ik straks dan ook de deur van de raads zaal achter mij dichttrekken. Ik heb het raadswerk steeds met veel plezier gedaan. Ik heb er geen behoefte aan uitvoerig stil te staan bi'j de beweegredenen, die bijgedragen hebben tot mijn besluit te stoppen als raadslid van de gemeente Hoeven. Ongetwijfeld hebben ook mijn eigen gedachten en gevoelens er toe bijgedragen geen -vrede- vrede te kunnen hebben met het politieke spel, zoals dat op dit moment en met name na het intreden van de landelijke politieke partijen, gespeeld wordt. Niet zozeer had ik daarbij moeite met de personen, die hierbij betrokken een rol speelden, dan wel met het gevoel steeds te moeten discussiëren met instituties en machtsblokken, waarbij mijns inziens, onder de noemer gemeentebelangen dienen, ideologische geschillen werden uitgevochten. Mijnheer de voorzitter, met een dergelijk gevoel en in zo'n omgeving was het voor mij niet mogelijk optimaal te blijven functioneren als raadslid. Mede ook om enkele persoonlijke motieven en om reden, dat ik niet wenste te gaan fungeren als decoratie aan de raadstafel, heb ik besloten er mee te stoppen. Toen ik 5 jaar geleden besloot, mijzelf kandidaat te stellen voor het raadslidmaatschap, heb ik zeer bewust contact gezocht met mijn huidige fractiegenoot Toon Eerstens. Datgene wat Toon deed en doet om zich geheel belange loos in te zetten voor de gemeenschap van Hoeven, sprak mij aan. Zonder politieke bijbedoelingen, zonder veel ophef, geheel belangeloos, besteedt Toon op zijn manier praktisch al zijn vrije tijd om een kleine bijdrage te leveren aan een prettig leefklimaat in Hoeven. Met een dergelijke opstelling, mijnheer de voorzitter, kan ik uit de voeten. Dat sprak mij aan. Met verbijstering moest ik echter constateren, dat één onderdeel van de activiteiten van Toon, nl. het verzorgen van een stuk - informatie, public-relations van onze gemeente, middels het correspondentschap van een dagblad, mede een belemmering vormde voor zijn wens nog meer te doen voor de gemeenschap dat hij al deed. Ik heb een dergelijke stellingname nooit kunnen begrijpen, evenmin als ik heb kunnen begrijpen, wat er daarna is gebeurd. Mijnheer de voorzitter, ik ben nog erg veel dank vei>- schuldigd aan en .heb veel kameraadschap ondervonden van Toon Eerstens. Samen hebben wij het gedurende de afgelopen 5 jaar best kunnen vinden. Ik heb met hem steeds de mogelijkheid gehad een eerlijke politiek te bedrijven. Wij zaten wat dat betreft op dezelfde golflengte. 'Ik hoop dan ook, dat mijn opvolger op zijn manier een bijdrage kan leveren aan het doortrekken van deze politieke lijn. -Mijnheer-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 146