-43- -42- Dat houdt in dat het voorzieningenpakket achteruit gaat. In Hoeven is het voorzieningenpeil behoorlijk, alhoewel wij daar wel wat kanttekeningen bij plaatsen. Op bladzijde 2, wordt gewezen op 5 sectoren t.w. onderwijs, medisch sociale zorg, sport, cultuur en economische dienstverlening, winkels. Wat het onderwijs betreft, zijn we behoorlijk voorzien. We zetten nog wel wat vraagtekens bij de medisch sociale zorg, want er is geen tandarts en het kerkdorp Hoeven is in principe aangewezen op één huisarts. Economische dienstverlening. Vanavond is besloten daarnaar een onderzoek in te stellen. In het vigerende streekplan werd onder meer gesteld, dat de ontwikkeling van Hoeven tot lokaal centrum geleidelijk dient te -geschieden. Niet de woonfunctie, maar de recreatieve functie diende op de voorgrond te staan. Be raad heeft een gedachte ontwikkeling over de recreatie besproken en vastgesteld. Als ik dan in uw opmerking op bladzijde 8 lees, dat op de kaart in feite niets van de recreatieve elementen is terug te vinden, dan kan men zich voorzichtigheidshalve afvragen of de public-relations van deze gemeente over haar recreatiepakket wel voldoende is ge weest. Of de kaart waarin het recreatieve element van de gemeente is verwoord, wel van voldoende gewicht is om de P.P.D. er van te overtuigen, dat het voor deze gemeente van belang is. Of moeten we kijken naar bladzijde 209 in de bijlagenota, waar ge sproken wordt over 4 km afstand van het recreatiegebeuren van een gemeente. Op die kaart staan op 4 km afstand van Roosendaal, Bergen op Zoom en Breda, groene vlakjes en het aantal inwoners etc. Bat impliceert dat de P.P.B. er heel duidelijk van uitgaat dat het recreatief gebeuren in feite niet verder weg mag liggen dan 4 km van het woongebeuren. In principe ligt de gemeente Hoeven daarbuiten. Bat houdt in, dat de druk op ons recreatiegebied minder gewenst is, dan op dit moment, althans zo kan men dat interpreteren'. Moet op die kaart nu wel de Volkssterrewacht, het recreatiepark etc. impliciet worden opgenomen? Boet men dat, dat stelt men heel duidelijk vast, dat men vindt, dat het hele recreatiegebied in deze gemeente, van meer dan lokale betekenis is ,dat men een zuigkracht gaat uitoefenen op de West-Brabantse bevolking. -Als- Als we dat doen, moeten we echter niet als raad en als inwoner gaan zitten koeren, als het te druk wordt en moeten we geen commentaar leveren als de kosten de pan gaan uitrijzen. Bét aspect moet de raad ook heel duidelijk onder ogen zien. Wat zijn de consequenties als men dat recreatiegebeuren naar voren wilt schuiven? Wij geloven dat ook dat recreatief gebeuren zich wat minder duidelijk moet manifesteren, dat we zeker niet de trekker moeten zijn voor de hele bevolking binnen het gebied Westelijk Noord-Brabant, want daarin moet een natuurlijke spreiding zijn. Be heer van den Bosch: In grote lijnen kan ik me vinden in het pleidooi van de heer Buijs (P.v.d.A.), behalve daar waar hij kleine standpuntjes van zijn partij verdedigt. In de nota staat, dat voor inspraak van de bevolking en het overleg, voortvloeiende uit artikel 4 van de Wet R.O. in totaal ongeveer 7 maanden is uitgetrokken. Be bevolking, dus ook de raadsleden, maar die raadsleden, niet gebonden aan een politieke partij, hebben echter nog maar heel weinig inspraak gekregen. Zowel vanuit de P.v.d.A. als vanuit het C.B.A. is getracht een werk groep op te richten en deze werkt bij onze groepering optimaal, zo optimaal, dat ik tijdens de laatste commissievergadering een staatje kon verstrekken met door iedereen als juist aanvaar de gegevens. Veel gemeenten verzetten zich tegen de groeiklasse en hebben gevochten om daarvan te kunnen veranderen. Ook onze gemeente probeert van groeiklasse 2 naar 3 te komen. In werkelijkheid houdt dan in, dat er jaarlijks 17 mensen meer mogen komen wonen. Uitgaande van een natuurlijke aanwas van Hoeven van 344 mensen op een inwonertal van 7.000 en rekening houdend dat op Bosschen- hoofd de groeiklasse 1 van toepassing is, dat het geheel terug- berekend en kijkend naar het totale schema, waarbij het weer vergeleken wordt met de leeftijdsopbouw.van vergelijkbare gemeenten, dan kan men concluderen dat de P.P.B. een fout heeft gemaakt. -Be-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 144