-40- Als u met die verwijzing bedoelt, dat die uitbreidingen alsnog in de nota moeten worden opgenomen, dan ben ik het daar niet mee eens. In dit kader past een verwijzing naar het gestelde over de werkgelegenheid. Ook Hoeven zal aandacht moeten schenken aan wat andere functies. De zware recreatieve functie als enig heilig dogma is, gezien de nota, niet helemaal juist. Ik denk dat Hoeven zich die ruimte voor kleine bedrijfjes zal moeten aantrekken. Tenslotte een kleine opmerking over het Vliegveld Seppe. Ik verwijs naar de discussie over het Zwartboek. Het is bekend dat er geen ruimte lijke uitbreiding op het programma staat, wat dat betreft zijn de provincie en de gemeente het helemaal eens, maar er staat niets in over de aard en intensiteit en dat kan ook niet geregeld worden via het Streekplan. Ik wijs er alleen maar op dat dit soort uitbreiding in de toekomst zeker nog zal plaatsvinden. Conclusie: Eigenlijk zou de Hoevense reactie moeten worden uitgebreid met een aantal algemene op merkingen van indirect belang voor de gemeente.Hoeven zal zich enkele zaken moeten aantrekken, zoals het toewijzingsbeleid, sociale woningbouw, woningdifferentiatie en de werkgelegenheid. En tenslotte lijkt het me een juiste zaak dat de recreatieve functie op regionaal niveau wordt beperkt. De heer van Lier: Ik begrijp de opmerking van de heer Buijs (P.v.d.A.) niet, dat hij tegen de verkoop is van woningwet woningen. De voorzitter: Dat is nu niet aan de orde, daarover kan worden gediscussieerd in een van de volgende vergaderingen, wanneer deze kwestie ter discussie staat. De heer Ri.isdorp (V.V.P): Het woningbezit maakt natuurlijk wel een bepaald onderdeel uit van een beleid dat men meent te moeten voeren binnen een streekplangebied, omdat daarmee het gehalte van het gebied wordt bepaald. Het is goed, dat niet alleen wordt gesproken over woningdifferentiatie, maar ook over bezitsdifferentiatie. -Alle- -41- AHe lagen van de bevolking moeten binnen dat gebied een eigen woning kunnen hebben. Wij kunnen ons in grote lijnen wel vinden met uw nota. Uit het rapport met de kaart kunnen we een beleid constateren. Er worden een aantal grote kernen genoemd, waar de mensen zouden moeten gaan wonen en een aantal dorpen, die nog wel mogelijkhede] hebben tot groei, bijvoorbeeld Etten-Leur. Dan de categorie Oudenbosch, Zevenbergen en Steenbergen en verder dan de 'dorpen, die in mindere mate of niet mogen groeien. Met dat niet groeien moet men uitermate voorzichtig zijn, het mag geen doodssteek vooï een dorp worden. Daarom is het in voorbereiding zijnde dorpen plan van grote betekenis voor het leefbaarhouden van het platteland. Moet men in deze dorpen zorgen voor kleine nijver heid? Het is voor Hoeven ongewenst om een uitgebreid industrie terrein te hebben voor het huisvesten van kleine bedrijfjes, maar er moet daarvoor wel een stukje industrieterrein zijn, waaraan op dit moment gebrek bestaat. Er is enig industrie terrein gewenst, maar wij menen,dat ook industrieterrein uit een oogpunt van kosten min of meer gecentraliseerd moet worden. Dat hoeft niet allemaal in Roosendaal, Bergen op Zoom of Breda, maar ook in Oudenbosch en Etten-Leur, die op korte afstand van Hoeven liggen en daardoor mogelijkheden bieden. Yan de groei- klasse-indeling hoeven we niet wakker te liggen. Als wij de verschillen zien, die er liggen tussen de ene of andere groeiklasse in aantal woningen of personen, moeten we toch constateren, dat de groeiklasse, waarin we het meest zouden mogen groeien, gewoon niet voor ons is weggelegd. De groeiklasse daaronder ook niet. Dan komt men in de marge van de groeiklasse 1 of 2. Daar gaat het verschil om een paar honderd mensen en daar hoeven we niet wakker van te liggen. We moeten wel nauwlettend in de gaten houden hoe dit van invloed is op de eigen bevolking, maar daarover geeft de nota te weinig informatie. Er wordt te weinig ingegaan op de consequenties van het niet mogen groeien. De vraag naar een sociaal voor zieningenpakket en naar culturele mogelijkheden binnen de gemeente, wordt steeds groter. Het inkomen van de gemeente wordt bepaald door het inwonertal. Men kan dan op een bepaald moment op een dood punt komen, dan is er geen weg meer opwaarts, maar een weg terug.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 143