-34- -35- Hierna gaat de raad zonder hoofdelijke stemming akkoord met het voorstel. 14.Nota ruimtelijke hoofdstructuur met betrekking tot herziening van het Streekplan West-Brabant. De heer Bui.is (P.v.d.A.); De reactie van onze gemeente steekt kwalitatief uit, boven die van vele andere gemeenten. Ik heb dat met name nog gehoord in de gewestraad. Ik zou willen, dat dat aan de betreffende ambtenaar wordt doorgegeven. De Hoevense reactie heeft uitsluitend betrekking op zaken die direct de eigen gemeente aangaan. Het zou wenselijker geweest zijn ook in te gaan op de algemene problematiek, die indirect, ook van groot belang is voor de Hoevense gemeenschap. Ik heb dat ook in de commissievergadering voorgesteld, maar ik heb me neergelegd bij de huidige benadering, ondanks dat ik voorkeur heb voor een wat meer algemene benadering. In de reactie is, naar mijn mening, de verwijzing naar het Streek- gewest fout, want het Streekgewest is een vorm van verlengd lokaal bestuur en het ontkent bovendien dat die algemene regionale belangen ook voor Hoeven van belang zijn. Ik heb dan ook inhoudelijk moeite met die verwijzing. De nota ruimtelijke hoofdstructuur wordt gekenmerkt door een sterk volgend karakter ten opzichte van het beleid van de over heid. Er vindt geen enkele toetsing plaats van rijksoverheidsplamien aan mogelijkheden, die de streek heeft. ïk noem twee voorbeelden: De overloop uit de randstad en de infrastructuur, de plannen voor aanleg van diverse hoofdwegen, die volgens het structuur schema verkeer en vervoer moeten, maar waarop op geen enkele wijze vanuit de streek kritisch wordt ingegaan. Voorts suggereert de nota keuzen, die in werkelijkheid geen keuzen zijn en laat vervolgens invulling van die keuze, die juist wel nodig is, achterwege. Bijvoorbeeld: er wordt ge zegd: West-Brabant moet de functie van achterland krijgen voor de werkgelegenheid. Dat is geen keuze, er is niets anders meer mogelijk ten opzichte van de industriële kernen Rijnmond en Antwerpen. Wat is een achterlandfunctie? -Dat- Dat wordt niet ingevuld en dat is juist wezenlijk voor dit streekplan. De leesbaarheid is bovendien slecht en de argumentaties en be- rekeningswijzen zijn vaak veruit onvoldoende of onjuist. Twee voorbeelden: de argumentatie van de groeiklassen en de toe deling van de woningcontingenten. Nog een algemene opmerking: Ruimtelijke ordening is een politieke keuze maken. Ik vind ook dat in deze nota begonnen had moeten worden met een bepaald politiek uitgangspunt. Wat mij betreft had expliciet gekozen moeten worden voor maatregelen, die de zwakkeren in de samenleving een goede en betere kans geven. Vanuit die optiek wil ik ook graag de nota bekijken. Een tweetal belangrijke opmerkingen, die indirect van belang zijr voor onze gemeente en die niet in de'reactie voorkomen. Ten eerste de situering van de werkgelegenheid. Het is voor bepaalde groepen van belang, dat werk met fiets, bromfiets of openbaar vervoer bereikbaar is. Dat zijn juist de lagere inkomensgroepen, jongeren en ook oudere werknemers. Daarom is het voor Hoeven van belang, dat er in de buurt werkgelegenheid blijft c.q. toeneemt. Oudenbosch en Etten-Leur zouden dus als bedrijfsterreinen niet zonder meer afgegrendeld moeten worden. Het voorstel van de nota om concentratie van de werkgelegenheid in stads/regionale zones na te streven is juist, maar mag niet zo absoluut gesteld worden. Daarenboven zal ook deels voor eigen werkgelegenheid zorgge dragen moeten worden. We moeten in Hoeven ook ruimte geven aan dorpsgebonden bedrijven. Dat kan ook volgens dit streekplan. Voorts de overloop. Het is ook een zaak van Hoeven, dat de overloop vanuit de randstad zoveel mogelijk wordt beperkt en dat, wat er dan nog overblijft, wordt geconcentreerd op groei steden. Ik noem een paar nadelen, die ook in Hoeven gevoeld worden, als gevolg van de suburbanisatie. Verkeersstromen, veel drukkere wegen als gevolg van die overloop. Een aantasting van het landschap en het platteland. Een identiteitsverlies van de dorpskernen en dat ondervinden wij in Hoeven ook. -Daarom-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1979 | | pagina 140