-22-
De heer van den Bosch: De Rijksconsulent wil eerst het rapport
zien, vóórdat hij een uitspraak doet over het pand in de Boven
straat. Ik wil u dan ook verzoeken om in het onderzoek de voor
keur te geven aan een eventuele vestiging van een tweede levens-
middelenhedrijf en dat er in deze een beslissing wordt genomen
op basis van een gedeeltelijk rapport.
De heer Kerstens: Hebben deze drie instituten dezelfde tijd nodig obê
rapport uit te bregen of is in de hogere prijzen een snellere
werkzaamheid gecalculeerd?
De heer Buijs (P.v.d.A.); Ik vind ook het tijdsaspect erg be
langrijk. Ik wil er dan ook voor pleiten, dat het onderzoek
wordt toegespitst op branche-samenstellingen en dat er getracht
wordt eerst resultaten te krijgen over de branche levensmiddelen,
zulks om een uitspraak te kunnen doen over Cock B.V. Dit
onderzoek had echter twee jaar eerder plaats moeten vinden,
vóórdat besloten werd grond te verkopen voor de bouw van drie
grote winkels op de hoek van de St. Janstraat - Scheldelaan.
Ik stel u vpor, na te gaan hoe het snelst resultaten met be
trekking tot het vestigen van een levensmiddelenbedrijf kunnen
worden bereikt. Als nu blijkt dat een ander bureau dan het
C.I.M.K. dat sneller zou kunnen, dan geef ik daar toch de
voorkeur aan. Ik ga er ook van uit, dat wij alleen het bedrag
beschikbaar stellen en dat u, op basis van het tijdsaspect,
een nadere keuze doet.
De voorzitter: De Ondernemersvereniging heeft volmondig mede
werking aan het onderzoek toegezegd. Wij zullen de gedachte om
het onderzoek te splitsen meenemen en wij zullen zo spoedig
mogelijk het tijdsbestek nader onderzoeken. Mocht het zo zijn
dat er onderling een groot tijdsverschil zou zijn, dan komen
wij daar op terug.
De heer van den Bosch; Als het onderzoek van 27.000,sneller
wordt gedaan dan de anderen, dan heb ik daar geen bezwaar tegen,
mits Cock B.V. de resterende 12.000,betaalt.
-De-
-23-
De heer Rijsdorp (V.V.P.); Ik kan me dat standpunt wel indenken,"
maar het E.T.I.N. is naar mijn mening niet helemaal afgestemd
op onderzoeken voor kleine gemeenten, in tegenstelling tot
het C.I.M.K. alwaar een aanmerkelijk grotere ervaring aanwezig j
is. U kunt die mensen op het hart drukken om zo vlug mogelijk
met resultaten op tafel te komen.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange
nomen. In verband hiermede wordt de 10e wijziging van de gemeent
begroting vastgesteld.
Standpuntbepaling over het rapport van de territoriale werkgroao
binnenlands bestuur.
De heer Koevoets: Als ik het goed heb begrepen is ons standpunt
reeds op 16 maart 1979 door Provinciale Staten behandeld en is
het niet meer dan een formaliteit om met dit voorstel akkoord
te gaan.
De voorzitter: Wij hebben, vooruitlopend op de discussie binnen
de raad, omdat er geen mogelijkheid meer was om dit eerder bij
de raad aan de orde te brengen, een voorlopig standpunt bekend
gemaakt. Op 3 augustus 1978 heeft de raad inderdaad dat stand
punt ingenomen. Als er thans een ander standpunt kan worden
ingenomen, zal dit alsnog aan Gedeputeerde Staten worden mede
gedeeld, zoals toegezegd.
De heer Buijs (P.v.d.A.): Inmiddels is de samenstelling van de
raad veranderd en er is nieuwe informatie op tafel gekomen.
Ik geef toch de voorkeur aan een brief, waarin staat, dat het
helaas niet mogelijk is geweest de raad te horen. Ik hou er
niet van dat u een schot voor de boeg geeft naar andere overheden
toe.
Voorts vind ik het in principe juist, dat nu niet wordt be
sloten over de herindeling, omdat de voorstellen tot nu on
voldoende zijn onderbouwd, toegelicht en beargumenteerd. De
huidige situatie is onbevredigend, omdat zij wordt gekenmerkt
door het niet- aansluiten aan de huidige maatschappelijke
processen.
-De-