-9-
-4.)-
-8-
Enerzijds het aspect van nieuwbouw dan wel verbouwing van het
gemeentehuis, anderzijds de noodvoorziening.
Spreker vraagt de raad machtiging om de noodvoorzieningen
te laten aanbrengen.
De heer Zagers vraagt zich af on hoeverre hier nog sprake is
van urgentie, zeker nu de zaak al 2 jaar loopt en de raad nog
steeds in het ongewisse is gelaten.
De heer Rijsdorp wil van deze zaak een apart agendapunt maken.
De voorzitter merkt op, dat de uitvoering van het besluit
geheel binnen het goedgekeurde crediet geschiedt.
De heren Kerstens en Zagers spreken zich uit tegen de voor
gestelde uitvoering van het raadsbesluit. De heer Zagers stelt
bovendien, dat dit niet strookt met het bepaalde in het
reglement van orde.
De voorzitter antwoordt, dat het slechts een formele kwestie
betreft.
De heer Krijnen heeft moeite met het woord vertrouwelijk
inzake het memorandum. Hij vraagt de voorzitter om nadere
uitleg van het woord.
De voorzitter legt uit waarom het woord vertrouwelijk is
gebezigd en spitst het toe op het feit, dat de gemeente geen
eigenaar van het seminariecomplex is en met het oog op even
tuele onderhandelingen met de eigenaar in de toekomst.
De heer Krijnen zegt van mening te zijn dat het college
het woord hier verkeerd heeft gebruikt.
Op verzoek van de voorzitter machtigt de raad het college tot
uitvoering van het besluit zoals is voorgesteld.
Haar aanleiding van de punten 5 en 6 van de ingekomen
stukken vraagt de heer Rijsdorp nader geïnformeerd te worden.
De voorzitter licht beide punten toe.
-De-
De heer Rijsdorp zegt de hele gang van zaken met betrekking tot
de grondtransactie met de heer Scholte te betreuren.
Spreker voorziet, dat er zich geen tandarts in Hoeven zal
vestigen en vindt het een onverstandige beslissing van een
aantal raadsleden om de stringente bepaling, op grond waarvan
de transactie nugeen doorgang vindt, toch op te nemen.
Haar de mening van de heer Rijsdorp hebben deze raadsleden te
weinig belangstelling voor de gezondheidszorg van de inwoners
van Hoeven.
Spreker zegt dit een tekort aan verantwoordelijkheidsgevoel
bij de raadsleden te vinden.
De voorzitter antwoordt, dat hij ook wel het belang van een
tandarts te Hoeven ziet, doch dat de vestiging van de heer
Scholte alhier toch niet ten koste van alles behoeft te gaan.
De heer Rijsdorp vindt niet dat continuïteit gekoppeld moet
worden aan eeuwigheid.
Haar zijn mening hangt deze bepaling als een zwaard van
Damocles boven de heer Scholte.
Hij kan zich niet met deze bepaling verenigen.
De heer Zagers stelt, dat de gezondheidszorg zijn fractie
wel degelijk ter harte gaat. Vanneer echter zou blijken, dat
door onvoldoende informatie een verkeerde voorstelling van
zaken is gegeven, zou de stellingname mogelijk anders kunnen
zijn geweest, aldus de heer Zagers.
De voorzitter ontkent dat er in deze een onjuiste voorstelling
van zaken is gegeven.
De heer Kerstens wijst op het gevaar van eventuele speculatie.
De voorzitter stelt, dat mede daarom de gewraakte bepaling is
opgenomen en omdat geen voldoende garanties konden worden
gegeven.
De heer Krijnen zegt het met de woorden van de heer Kerstens
eens te zijn.
Hierna worden de ingekomen stukken zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen.