-12- De heer Zagers merkt op dat de kopers zich in een groot avontuur storten en dat zij niet de dupe moeten worden van een ambtelijke oneffenheid. De heer Hijsdorp zegt dat thans een voorhereidingshesluit moet worden genomen. Spreker zegt dat er in Hoeven een goed gevarieerde winkelvoorziening aanwezig is en dat het aan beveling verdient deze te behouden. In verband hiermede vraagt spreker of het college er van overtuigd is dat het huidige winkelbestand gehandhaafd kan blijven, omdat, als er een supermarkt wordt gebouwd die groter is dan de huidige, het niet onmógelijk is dat het aantal winkels zal ver minderen. De voorzitter antwoordt hierop dat het hier gaat om zaken lieden die vinden dat hun bedrijven te klein zijn en dat bij realisering van de bouwplannen het te voeren assortiment vermoedelijk gelijk zal blijven. De heer Rijsdorp zegt dat het er hem om gaat of zulks binnen het college inderdaad is overwogen, hetgeen door de voorzitter bevestigend wordt beantwoord. Ha overleg binnen het college wordt de raad voorgesteld om voor het gebied waarin de winkels zullen worden gebouwd een voorbereidingsbesluit te nemen. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermede akkoord. Voorts gaat de raad zonder hoofdelijke stemming akkoord met het voorstel tot verkoop van de grond. 12.) Verkoop van grond in het bestemmingsplan "Bosschenhoofd-West" De heer Taks merkt op dat de grondverkoop aan de heer van Vlimmeren is gebaseerd op het enkele feit dat deze begrepen zou hebben dat hem een bouwperceel zou worden toegewezen. Spreker zegt dat het hem erg onwaarschijnlijk voorkomt dat iemand zijn woning verkoopt zonder dat hij weet op welk perceel hij een andere woning kan bouwen, hoeveel dat perceel zal kosten, hoe lang het nog kan duren voordat zo'n perceel beschikbaar komt en ook niet weet hoe hoog de bouwkosten zullen bedragen. Spreker zegt dat er een precedent wordt geschapen. -13- De voorzitter antwoordt hierop dat ook het oollege wat vraagtekens bij deze zaak heeft geplaatst en dat men daarover langdurig een onderzoek heeft ingesteld, waarbij is getraoht om de door de heer van Vlimmeren aangevoerde argumenten te toetsen. Spreker zegt dat deze kwestie is gaan spelen in een perxode dat men vrij eenvoudig voor een bouwperceel in aanmerking kwam en dat de heer van Vlimmeren op grond daarvan redelijkerwijs kon verwachten dat hij een bouwperceel kon kopen. De voorzitter zegt dat de heer van Vlimmeren thans slachtoffer dreigt te worden van zijn eigen spontaniteit. De heer Taks merkt op dat het college er op dient toe te zien dat de heer-van Vlimmeren inderdaad een grotere woning bouwt. öp een desbetreffende vraag van de heer Koevoets deelt de voorzitter mede dat de heer van Vlimmeren zijn huidige wonin- per 1 november 1978 moet ontruimen. De heer Koevoets merkt op dat de woning van de heer vht Vlimmeren vorige week in de kranten te koop werd aangeboden, waarna de heer Rijsdorp adviseert om het voorstel terug te nemen en terzake een nader onderzoek in te stellen. Wethouder van den Bosch deelt mede dat de woning in oktober 1977 aan een makelaar werd verkocht en dat een copie van het koopkontrakt aan het college is overhandigt. Spreker zegt dat de heer van Vlimmeren destijds voldeed aan de uitgangspunten voor de uitgifte van bouwgrond en als enige gegadigde voor het door hem uitgekozen bouwperceel stond ingeschreven,en op grond daarvan de mening was toegedaan dat dat perceel aan hem zou worden verkocht. Nu gebleken is dat het college aan de raad een voorstel heeft gedaan om aan de heer van Vlimmeren bouwgrond te verkopen is de makelaar overgegaan de woning van de heer van Vlimmeren te koop aan te bieden, aldus wethouder van den Bosch. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen -13.)-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 79