-2-
Weliswaar is in 1968 door het Bureau voor Sociaal-
economisch en stedebouwkundig onderzoek J. Kwantes, onder de
titel "Hoeven in de branding" een rapport uitgebracht ten
behoeve van het struktuurplan, maar dit rapport is uiteraard
niet voldoende recent om als toelichting bij de op stapel staande
bestemmingsplannen te kunnen dienen.
Aanvankelijk hebben wij voor ogen gehad het in te stellen
onderzoek het karakter te geven van een leefbaarheidsonder-
zoek. In eerste instantie hebben wij in een oriënterend gesprek
aan de Associatie voor Planologie B.V. te Arnhem een en ander
voorgelegd.
Een eerste verkenning die het bureau naar aanleiding van
dat gesprek uitvoerde naar de leefsituatie van de bewoners in
onze gemeente leidde evenwel tot de indruk dat zij in
vergelijking met situaties in andere gemeenten goed bedeeld
zijn met een woon- en leefomgeving die kwalitatief hoogwaardig
is: overzichtelijke leefgemeenschappen met in de nabijheid
aantrekkelijke voorzieningen. (Een uitzondering vormt weliswaar
de lokale werkgelegenheid, die zo gering van omvang is, dat
velen dagelijks moeten pendelen naar centra in de regio, maar
dit behoort ook niet tot de taakstelling van onze gemeente).
Afgezien van normale problemen, die om een oplossing
vragen, zoals uitbreiding van scholen, verbetering van sommige
voorzieningen, verkeersveiligheidsmaatregelen e.d. kwamen uit
die eerste verkenning geen belangrijke knelpunten naar voren.
De ontwikkeling van de woon- en rekreatieve funktie van
de gemeente verloopt in een zodanig tempo dat het tot op heden
redelijk te overzien is. De geleidelijkheid van de ontwikkeling
maakt het voor de bewoners en bestuurders met andere woorden
naar verwachting mogelijk zich redelijk aan te passen aan de
veranderingen en op basis van ervaring de zich voordoende
vraagstukken redelijk op te lossen. Dit in tegenstelling
tot gemeenten, die zich schoksgewijs ontwikkelen.
Wij hebben daarom uiteindelijk de gedachte aan een leef-
baarheidsonderzoek laten varen en gekozen voor een meer
specifiek op de eisen van artikel 7 van het besluit op de
ruimtelijke ordening, afgestemd onderzoek. Binnen het kader
van dit onderzoek zal ook aandacht worden besteed aan de vraag
in welke richting de gemeente zich de komende 10 a 15 jaar
wil en kan ontwikkelen; voor welke vraagstukken en beslissingen
-de-
de gemeente komt te staan als de ontwikkeling op de huidige
voet doorgaat. Pas wanneer een meerjarenplanning voor de korte
en middellange termijn wordt opgezet voor diverse beleidssektoren
wordt duidelijk in hoeverre er knelpunten bestaan of te verwachten
zijn.
Hoewel Hoeven waarschijnlijk geen ingrijpende ontwikkeling
voor de boeg heeft, is het ons inziens toch een waardevolle zaak
zich te bezinnen op de mogelijke en wenselijke ontwikkeling
van de gemeente in de komende 10 a 15 jaar. In een dergelijk
kader kan overigens wel een stukje onderzoek naar de leefbaar
heid in de gemeente zinvol worden ingepast, omdat het aanknopings
punten kan bieden voor een toekomstig beleid.
Hetzelfde geldt voor de vraag naar de mogelijkheid om als
gemeente met minder dan 10.000 inwoners in de toekomst zelfstandig
te blijven funktioneren. Deze vragen houden nu eenmaal ten
nauwste verband met de ontwikkeling die een gemeente in het recente
verleden heeft doorgemaakt en in de nabije toekomst waarschijn
lijk zal doormaken. Zij zijn met andere woorden opgehangen aan de
taak en funktie die de gemeente nu en in de toekomst vervult.
Bovendien kan een dergelijk onderzoek als basis dienen voor
het te voeren beleid op diverse terreinen: sociaal-kultureel
sociaal-economisch, huisvesting en ruimtelijke ordening.
Aangezien ons uit de gevoerde besprekingen gebleken is dat de
Associatie voor Planologie B.V. over een grote mate van deskundig
heid op dit terrein beschikt, zouden wij dit onderzoek dan ook
graag aan dit bureau willen opdragen.
Ook de stedebouwkundige, wiens advies wij hebben ingewonnen
hecht grote waarde aan dit onderzoek.
Het bureau stelt zich voor, het onderzoek in 2 fasen te
verrichten, te weten:
a. een analyse van de ontwikkeling van de gemeente tot op heden
op diverse beleidsterreinen,
en (gesteund door beleidsuitgangspunten die mede hieruit af te
leiden zijn):
b. een visie te ontwikkelen op de toekomstige ontwikkeling.
Het bureau raamt de kosten voor wat fase a betreft op:
25.000,a 50-000,exclusief B.T.W. en verschotten.
-Graag-