-12- De voorzitter zegt, dat de noodvoorzieningen er toe dienen om het kamp leefbaar te maken. Het beleid van het woonwagenschap is veranderd. De gemeente behoeft zelf geen plan te maken en ook niet te betalen. Ten aanzien van horecavestigingen antwoordt spreker, dat hoewel er nog geen verordening is, deze toch geweigerd kunnen worden, bijvoorbeeld als niet wordt voldaan aan de eisen van de Drank- en Horecawet. De discrepantie die er ten aanzien van de onroerend goedbelasting zou bestaan tussen eigen bezitswoningen en huurwoningen moet worden rechtgetrokken. De heer van den Bosch deelt ter aanvulling nog mede dat in de augustusvergadering van 1970 ook een horecabedrijf is geweerd in de kom Hoeven. De voorzitter antwoordt, dat eventueel de bouwvergunning kan zijn geweigerd. Ook kan de vergunning zijn geweigerd, wanneer niet aan de wettelijke eisen is voldaan. Het door de heer van den Bosch aangehaalde punt met betrekking tot de honden belasting wenst spreker niet ter discussie te stellen. Op het door de heer van Lier gestelde inzake de woonwagenbe woners antwoordt de voorzitter, dat hier sprake is van trekkende personen. Derhalve zijn zij dan ook uitgeschreven, waarmede de rijks inspectie van de bevolkingsregisters zich kon verenigen. De gezinnen hebben geen voorkeur uitgesproken voor Hoeven. Ze hebben zowel in Breda als St. Willebrord familie wonen. Zowel in Breda als in Hoeven is toepassing van artikel 10 van de Woonwagenwet gevraagd. In deze gemeente is de toepassing geweigerd. De zaak is echter nu niet meer in handen van beide gemeenten, doch van 2 woonwagenschappen, die voor het zoeken naar een vaste plaats in overleg zijn getreden. Tegen de afwijzing is beroep aangetekend bij gedeputeerde staten. -De- -13- De heer van Lier stelt, dat hij inzake het bevolkingsregister geen antwoord op zijn vraag heeft gekregen of de families wel of niet ingeschreven stonden. Op maandagavond waren zij blijkbaar nog wel ingeschreven, doch op dinsdagmorgen, volgens de mededeling van de heer van Eekelen in de krant, waren zij al lang uitgeschreven. Wethouder van Eekelen zegt, dat het bericht in de krant on juist is. Op de door de heer van Lier geopperde suggestie van rectificatie antwoordt spreker, dat dit in de praktijk erg weinig zin heeft. De heer Buys (P. v.d. A)stelt dat het weza! van de kwestie wordt'ontlopen. Volgens spreker zijn de mensen uitgeschreven op het moment van de aanvrage om ontheffing ex artikel 10 van de Woonwagen- wet. De voorzitter antwoordt, dat de beslissing op de'aanvrage geens zins is beïnvloed door het al dan niét inges chreven staan. Wel het feit, dat het kamp al vol is. Bovendien is de ontheffing ex artikel 10 eerder in Breda aangevraagd Getracht moet worden om deze mensen een vaste staanplaats te geven. De heer Buijs (P.v.d.A.) wenst naar aanleiding van de memorie van antwoord op de door hem gestelde vragen nog enkele punten aan de orde te stellen. In de nieuwe bestemmingsplannen zag hij gaarne enkele percelen gereserveerd voor woningen voor gehandicapten. Ten aanzien van de uitbreiding van het gemeentehuis zou spreker gaarne de financiële consequenties en het eisenprogramma ter discussie stellen. Ook zou hij gaarne vernemen welke stappen het college zal ondernemen ten aanzien van hinder zoals van Isoverbel en of het college zich dan ook tot deze grote gemeente wendt. Ten aanzien van punt 12 acht hy de beantwoording met betrekking tot de woningwetbouw omzeild. Spreker wenst dan ook duidelijkheid omtrent de in de toekomst, 1979 en direct daarop volgende jaren, te realiseren woningwetbouw. -Het-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 323