-3-
Spreker meent zich duidelijk te kunnen herinneren dat in
plaats daarvan de term: ambtelijk apparaat is gebruikt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat door hem wel de term
organisatorisch is gebruikt. Het eventueel aanschaffen van
deze apparatuur is afhankelijk gesteld van de uitslag van
een intern onderzoek.
De heer Rijsdorp (V.V.D.) merkt nog op, dat de apparatuur aangeschaft
dient te worden, wanneer de raad dat wenselijk acht.
Spreker stelt, dat deze kwestie primair tot de taak van het
hoofd van de secretarie behoort. Na het onderzoek behoort
e.e.a. op papier te worden gesteld en ter beslissing aan de
raad te worden voorgedragen.
De heer Buijs (P.v.d.A.) stelt het college voor de keus om
zelf met een voorstel te komen teneinde een motie voor te
blijven.
De heer Zagers merkt op dat bij de behandeling van aan de
orde zijnde punten de desbetreffende portefeuillehouder zelf de
zaak dient toe te lichten.
Hierop stelt de heer van Lier dat met betrekking tot de
hondenbelasting de stemverklaring van wethouder Frijters niet
is genotuleerd.
Gaarne zou spreker van wethouder Frijters alsnog een stemver
klaring horen.
De heer Rijsdorp (V.V.D.) zegt, dat de stemverklaring exact
hetzelfde was als de motie, hetgeen ook zo in de notulen dient
te worden vermeld.
De heer Frijters gaat op verzoek van de voorzitter hierop in.
Met betrekking tot het laatst voorgestelde, zo stelt spreker,
heb ik tegen gestemd. In eerste instantie was spreker voor,
ook wat de motivatie betreft.
Aangezien in tweede instantie dit punt met betrekking tot de
hondenbelasting is omgedraaid en de zaak werd teruggespeeld
naar het college, heeft spreker tegen gestemd.
-Voor-
Voor het overige worden de notulen hierna zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
Ten aanzien van het gestelde op bladzijde 6 vraagt de heer
Wijnen (V.V.D.) of het kan en bekend is dat er in de directe
omgeving wel vergunningen in soortgelijke gevallen zijn afge
geven.
De voorzitter zegt hierop geen bevestigend antwoord te kunnen
geven.
3.Verkoop van een bouwperceel in het bestemmingsplan Julianastraat-
Zuid II".
De heer Wijnen (V.V.D.) constateert, dat in de nadere toelichting
de heer v.d. Riet op bladzijde 2 onder de categorie III is i
gerangschikt, terwijl hij op bladzijde 1 in de categorie I nog
is ingedeeld met 25 punten.
Ter zake heeft spreker ook nader overleg gepleegd met de
administrateur van het grondbedrijf.
De keuze bij inschrijving voor de diverse percelen is spreker
niet helemaal duidelijk. Met name niet wanneer iemand in eerste
instantie voor een bungalowperceel en in tweede instantie voor
een vrijstaande verdiepingswoning is ingeschreven, hoe dan de
keuze verloopt wanneer geen bungalowpercelen meer te koop zouden
zijn.
Wethouder van Eekelen zegt verbaasd te zijn, waarom dit niet
eerder in de commissievergadering van openbare werken naar voren
is gekomen. Daar worden de voorstellen ook mede beoordeeld.
Bij herwaardering is gebleken, dat het puntentotaal niet 25, doch
15 bedraagt.
Blijkens informatie van het grondbedrijf ging de voorkeur van
betrokkene uit naar een bungalowperceel, in tweede instantie
naar een perceel voor een vrijstaande verdiepingswoning.
Wannneer het in eerste instantie gekozen perceel niet meer kan
worden toegewezen, wordt een ander perceel aangeboden.
Het grondbedrijf heeft in deze dus juist gehandeld.
De heer Rijsdorp (V.V.D.) wenst toch even het door wethouder
van Eekelen gestelde met betrekking tot de commissievergadering
recht te zetten.
-Wanneer-