-18-
Een belangrijk aspect is wel, dat als de apparatuur voldoet
aan de wettelijke normen betreffende de ontstoringseisen,
deze apparatuur zonder problemen kan blijken te worden gebruikt en der
halve dan niet valt onder de verbodsbepaling zoals deze in
het onderhavige artikel is gesteld.
Reclamanten baseren hun bezwaren op te sterke beperkingen van
hun eigendomsrechten voortvloeiend uit artikel 11.
Artikel 11 lid A sub I is te bezien in directe samenhang
met het bepaalde onder III, welke vrijstelling verplicht
is te verlenen. Uitgaande van een normaal gebruik van wonen
zijn nauwelijks of geen storingen te verwachten, indien
bovendien rekening is gehouden met de wettelijke eisen m.b.t.
ontstoring van de normaal voorkomende apparaten. Van te
sterke beperking van het bij de bestemming woondoeleinden
passende en normale gebruik behoeft derhalve geen sprake
te zijn.
Vrijwaring van elke beperking van het eigendomsrecht is in
een bestemmingsplan nimmer mogelijk.
De eisen van de Volkssterrewacht zijn hiervoor als
vestigingsvoorwaarden gekenschetst en door de gemeente ook
degelijk op hun merites onderzocht.
ad. E. art. 8 Bosgebied.
Perceel 314 blijft de bestemming bosgebied houden.
De overige percelen worden herzien in de bestemming agrarisch
gebied met landschappelijke waarden.
Perceel 1829 blijft de bestemming bosgebied behouden, ondanks
het feit dat vroeger daar een opstal heeft gestaan. Het
huidige plan in hoofdzaak kent ter plaatse de bestemming
bos welke bestemming nu ter plaatse gerealiseerd is te achten.
In tegenstelling tot reclamanten is te stellen dat er geen
sprake is van een overgangsrecht, noch m.b.t. het huidige
plan in hoofdzaken, noch in het onderhavige plan in procedure.
Uitgaande van het streven in het buitengebied geen verdere
toename van burgerwoningen toe te staan, is onderhandelen
over een buiten de storingsvrije zone gelegen bouwplaats voor
een woning op perceel 1829 onmogelijk.
-Door-
-19-
Door de Raad van State is inmiddels in de door bezwaarde aange
voerde beroepszaak ook al uitspraak gedaan, i.e. het door appellant
ingestelde beroep niet ontvankelijk verklaard op formele gronden.
art. 8. lid B. sub. Ia.
Reclamanten maken bezwaar tegen het verbod de gronden te ge
bruiken als staanplaats voor onderkomens.
In het algemeen is op te merken dat dit een volstrekt normale
bepaling is voor alle bosgebieden, geen rekreatieterreinen zijnde
of een zodanige bestemming hebbende. Ook de Provinciale Kampeer-
verordening voorziet niet in een mogelijkheid het kamperen in bossen
toe te staan zoals belanghebbenden zich voorstellen. Een afweging van
dit belang tegenover de doelstellingen en belangen van de Volkssterre
wacht is, gezien de totaal verschillende aard,niet relevant,noch mogelijk.
ad. E. art. 10. Verhard pad, (in eerste ontwerp nog artikel 11
Reclamanten maken bezwaar 'tegen de bestemmingsomschrijving als
ontsluitingspad van het terrein van de Volkssterrewacht, aangezien
het tevens ter ontsluiting van perceel 1829 zou dienen.
Afgezien van deze stelling is het waar dat perceel 1829 ook
via terreinen in eigendom van belanghebbenden bereikbaar is en
dat een medegebruik van het bedoelde pad niet strijdig is met de
bestemming; dat een mede gebruik dan hooguit via een servituut is
te formaliseren.
ad. G. Par. V.Overgangsbepaling.
Reclamanten maken bezwaar tegen de woorden "ten hoogste eenmaal"
in lid A. onder I. sub 1.
Onder deze bepaling wordt niet begrepen normaal onderhoud.
De overgangsbepaling heeft betrekking op die elementen die
strijdig met het plan zijn beoordeeld en waarvan derhalve
amovering het optimale streven is.
Een gehele renovatie of verandering, is dan volledig strijdig met
deze doelstelling, terwijl tevens is te voorkomen dat d.m.v.
herhaalde gedeeltelijk vernieuwing alsnog tot algehele vernieuwing
kan worden overgegaan.
A I sub 2.
Reclamanten maken bezwaar tegen de zinsnede "mitsbinnen
2 jaar na de calamiteit
-Deze-