-18- Daardoor zijn er voldoende waarborgen dat er geen zaken zullen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Spreker zegt dat zijn fractie zeker tegen een commissie is die op een dergelijk vlak medeverantwoordelijkheid opeist en dat er voor dient te worden gewaakt dat men op de stoel van een ander gaat zitten. Zowel de Stichting, als de aannemer, als de gemeente, hebben ieder voor zich een eigen verantwoordelijkheid. De fractie Kerstens- Zagers wenst een begeleidingscommissiebestaande uit 5 raads leden en het college van burgemeester en wethouders. Spreker acht echter de taakomschrijving van die commissie te ruim. Deze dient zich te beperken tot datgene wat direct betekenis heeft voor de gemeente. De raad moet niet gaan beslissen hoe een derde bepaalde zaken moet gaan doen, aldus de heer Rijsdorp (V.V.D.). De heer Zagers merkt op dat het niet in de bedoeling ligt van zijn fractie dat de commissie zich gaat bemoeien met de activiteiten van de Stichting, maar om te trachten vanuit de gemeente een band te leggen tussen de Stichting en de bevolking. De heer Rijsdorp (V.V.D.) deelt mede dat hem dat nu juist ontgaat^ Er is hier sprake van een Stichting met een bepaalde doelstelling. Eenieder is vrij daar al of niet gebruik van te maken. Als de Stichting vindt dat zij bij de Hoevense bevolking belangstelling moet kweken moet het aan de Stichting worden overgelaten op welke wijze zij dat wenst te doen. Men moet zich niet argwanend opstellen ten opzichte van de Stichting. Spreker zegt dat de inwoners zelf wel uitmaken of zij al of niet belangstelling moeten tonen voor de Stichting Bovendonk. Hierna houdt de heer Buijs het volgende betoog: Mijnheer de voorzitter, Ik wil mijn betoog opbouwen uit drie delen: a.) de principiële houding van "gemeente" tegenover "particuliere belangen" b.) twijfels over de Stichting; c.) kritiek op de aanvullende voorwaarden. Ad a.) Naar de mening van onze fractie dient de houding van de gemeente ten opzichte van degenen die particuliere belangen nastreven de volgende te zijn: de gemeente moet bepalen wat haar doelstellingen zijn, wat haar beleid is met het oog op het nastreven van het collectieve welzijn, speciaal van hen die kansarmer zijn. - Dit - -19- Dit beleid moet men richten op het vergroten van de ontplooiingsmogelijkheden van hen. Een goede woonsituatie is daarbij zeer belangrijk. Particuliere ontwikkelaars, zoals de B.Y. van Hennik, brengen als doelstelling, het creëren van werk. Hoe goed dit doel ook moge zijn, dit mag niet prevaleren boven de gemeentelijke doelstellingen. Een project-ontwikkelaar tracht zijn doel te verwezenlijken via een oneigenlijk machtsmiddel: verwerving, van gronden i en opstallen om daarmee de gemeente te pressen te voldoen i aan zijn doelstelling. Uitvoering van bouwwerken dient te gebeuren op basis van opdrachten van de daarvoor aangewezen opdrachtgevers, speciaal met betrekking tot de woningbouw: gemeente, woningbouwvereniging, particuliere bewoners e.d. De woningbouw mag geen subject van speculatie zijn, onder geen beding. Wat betekent dit nu voor de Hoevense situatie? Het betekent dat de gemeente moet beseffen, dat haar doel is het bouwen van een gedifferentieerd pakket woningen, waarvan het meest wezenlijke bestanddeel vormt woningwet- en premiewoningen, voor op de eerste plaats de eigen bevolking. Het is duidelijk dat in de gemeente een ontwikkeling aan de gang is die hiermede volledig in strijd is. Er worden alleen nog maar vrije sector - en dure - woningen gebouwd, zonder dat de gemeente bovendien invloed uitoefent op de toewijzing Na een aantal kleine projecten (Habo, Broeren, Stok) volgt nu een grote klap en er dreigt een wellicht nog veel grotere in het nieuwe uitbreidingsplan Bovendonk (zie de beantwoor ding van mijn vragen)alwaar ook beleggers bezig zijn gronden aan te kopen. Wij, van de P.v.d.A., vinden dat het nu afgelopen moet zijn.. De gemeente heeft de plicht en de mogelijkheid om haar doelstellingen in het belang van de gemeenschap, waar u en ik voor staan, waar te maken. Er zijn twee machten waar zelfs de geldbuidel van een project-ontwikkelaar niet omheen kan, t.w. de macht van de gemeente om een bestemmingsplan vast te stellen en de macht van de gemeenschap om bezwaarschriften in te dienen. Uit ons programma volgt dat wij voorlichting over deze mogelijkheden! tot onze plicht rekenen. Hoe moet de doelstelling van de gemeente worden verwezen lijkt?

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 276