-9- - 7.) - -8- Naar aanleiding van het ingekomen stuk, vermeld onder nummer 12, deelt de heer Buijs (P.v.d.A.) mede niet tevreden te zijn met de Beantwoording van de Brief, voor zover Betreft de punten 12 en het slot. Spreker zegt dat een inwoner uit Hoeven die brief uit eerlijke overtuiging heeft geschreven en dat deze dan ook recht heeft op een zakelijke Benadering. Die Brief is niet geschreven met de bedoeling om Beschuldigingen te uiten, aldus de heer Buijs (P.v.d.A. De voorzitter antwoordt hierop dat het college voorstelt Beide Brieven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Rijsdorp (V.V.D.) deelt mede daar toch wel moeite mee te hebben. De Brief is gericht aan de raad en op de tweede plaats aan het college. Spreker zegt dat zijn fractie het in deze eens is met de opmerking van de fractie Kerstens-Zagers en dat het verstandiger was geweest om de Beantwoording aan de raad over te laten, waardoor de voorzitter wat meer afstand van deze zaak had kunnen nemen. Er dient namens de raad een Brief naar de heer Springeling te worden gezonden, waarin niet op dezelfde wijze op deze kwestie Behoeft te worden ingegaan, zoals de voorzitter dit gedaan heeft. Er zijn een aantal facetten naar voren gebracht waarbij de Provinciale Planologische Commissie is Betrokken. Spreker zegt zich dan ook te kunnen voorstellen dat het college deze kwestie alsnog aan die Commissie voorlegt en zodra daarvan Bericht is ontvangen de Brief van de heer Springeling Beantwoordt. De voorzitter antwoordt hierop dat er voldoende termen aanwezig zijn om de Brief van de heer Springeling te weerleggen. De heer Rijsdorp (V.V.D.) zegt daaraan niet te twijfelen, maar dat men deze kwestie in de juiste verhouding moet zien en dat men eerst de P.P.C. moet laten antwoorden. Dat antwoord kan deel uitmaken van de brief aan de heer Springeling. De voorzitter antwoordt hierop dat de heer Springeling zelf naar de P.P.C. is geweest. Het is niet nodig dat de raad alsnog een nader onderzoek instelt. Spreker verwijst in deze naar diverse aantekeningen van zijn gesprekken met de P.P.C. De heer Rijsdorp (V.V.D.) zegt zich in principe met het antwoord te kunnen verenigen, maar zich toch af te vragen of het niet verstandiger was geweest dat de raad de Brief had Beantwoord. - De - De voorzitter antwoordt hierop dat Beschuldigingen moeilijk zijn uit te wissen en dat de pers hiervan reeds melding maakte, voordat er een mogelijkheid was deze te weerleggen. De heer Buijs (P.v.d.A.) merkt op dat deze zaak Buiten de schuld van de P.v.d.A. in de pers is opgenomen. Hierna deelt de voorzitter mede dat er een antwoord kan worden gegeven conform de inhoud van zijn Brief. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermee akkoord. De heer Buijs (P.v.d.A.) verlangt de aantekening te hebben tegen gestemd. Voor het overige worden de ingekomen stukken zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 5.) Wijziging Verordening geldelijke steun bejaarden Bij verhuizing 1978 en Verordening geldelijke steun Bewoners Bij woningverbetering en krotontruiming 1975» De heer van Lier vraagt of de Betreffende ambtenaren het publiek steeds wijzen op de maximale subsidiemogelijkheden en rechten. De voorzitter antwoordt hierop dat de ambtenaren opdracht hebben steeds de maximale service te verlenen. De heer Zagers vraagt Beide verordeningen ruim onder de aandacht van de Bevolking te Brengen. Deze opmerking wordt door de heer Buijs (P.v.d.A.) ondersteunt. De voorzitter antwoordt hierop dat deze verordeningen in het weekblad voor Oudenbasea, Hoeven, Standdaarbuiten kunnen worden gepubliceerd. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6.) Vaststelling van een wijzigingverordening ingevolge de Winkel sluitingswet voor de koopdagen voorafgaand aan St.Nicolaas voor 1978 Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel Besloten.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 271