-7-
-6-
De heer Buijs (P.v.d.A) merkt op dat het hem bekend is dat
er geen georganiseerd overleg hoeft plaats te vinden, maar
dat zulks wel kan. Spreker pleit in deze voor invoering van
een vast werkoverleg in combinatie met het personeel van de
buitendienst.
De heer Rijsdorp (V.V.D.zegt dat bij een dergelijk werk
overleg geen vakbonden aanwezig hoeven te zijn. Spreker
deelt mede dat zijn fractie het een goede zaak zou vinden
als binnen het gemeentehuis gestreefd zou worden naar een
geïnstitutionaliseerd werkoverleg, omdat dat de communicatie
zal bevorderen en de onderlinge verstandhouding zal
verbeteren.
De voorzitter antwoordt hierop dat indien aan een dergelijk
overleg behoefte mocht blijken te bestaan, het college zeker
niet zal schromen daaraan medewerking te verlenen.
De heer van den Bosch deelt mede dat het C.D.A. moeite heeft
met de voorgestelde tekst van het tweede lid van artikel D.
15, omdat daarbij ambtenaren mogelijkheden krijgen toege
schoven die het bedrijfsleven niet kent. Nog onlangs heeft
men kunnen constateren dat een tweetal raadsleden geen wet
houder sfunctie kon aanvaarden, omdat hun uitkering in
gevaar kwam. Als een ambtenaar besluit een openbare functie
t'e aanvaarden moet hij daarvan ook de consequenties aan
vaarden en de financiële gevolgen voor eigen rekening nemen.
Spreker vraagt stemming over het voorstel.
Omdat behalve de heren van den Bosch en van Lier niemand stemming
over het voorstel verlangt, wordt het voorstel zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De heren van den Bosch en van Lier wensen de aantekening
tegen dit voorstel te hebben gestemd.
5.Subsidie ten behoeve van de Indoor "West-Brabant Spring
trofee" (1978).
De heer Rijsdorp (V.V.D.) merkt op dat er criteria zouden
moeten worden opgesteld aan de hand waarvan een subsidie al
of niet kan worden toegekend.
-De-
De voorzitter antwoordt hierop dat in de augustusvergadering
de subsidies door de raad zelf zijn vastgesteld. Voorts deelt
de voorzitter mede dat in het verleden meerdere gemeenten een
bijdrage hebben geleverd om het onderhavige evenement mogelijk
te maken en dat ook aan de gemeente Hoeven een bijdrage is
gevraagd, omdat het evenement binnen deze gemeente wordt
georganiseerd. Het gaat hier om een evenement van bovenlokale
betekenis.
Ook andere gemeenten zijn in deze steeds als sponsor opge
treden, aldus de voorzitter.
De heer Rijsdorp (V.V.D.) zegt dat men onderscheid dient te
maken tussen het subsidiëren van activiteiten waarbij de
Hoevense bevolking niet direct is betrokken. Men mag bij het
toekennen van een subsidie niet het argument gebruiken dat men
bij een vorige gelegenheid ook een subsidie heeft toegekend.
De voorzitter antwoordt hierop dat het in feite gaat over
sponsoring van het evenement.
Hierop reageert de heer Rijsdorp (V.V.D.) met de opmerking dat
het college dat in het voorstel tot uitdrukking had moeten
brengen.
De heer van Lier merkt op dat het stellen van criteria erg
moeilijk zal zijn.
De commissie algemene zaken heeft geadviseerd een bedrag van
1.000,beschikbaar te stellen, in verband met de populari
teit van de paardensport en om daaraan een educatieve impuls
te geven.
De heer Broos vraagt waarom deze aanvrage niet gelijk met de
andere subsidieverzoeken is behandeld. Voorts vraagt de heer
Broos om tijdens dit evenement zodanige verkeersmaatregelen
te nemen dat het niet nodig zal zijn dat de politie verbaliserend
optreedt. Tenslotte merkt de heer Broos op dat de manege
"De Hoeve" een commerciële instelling is welke uitsluitend beoogt
winst te maken.
-De-