-3- -2- De bewuste bepaling is dan ook van veel meer betekenis dan vroeger. Het met artikel D 12, lid 1, sub c, corresponderende artikel 33a van het Algemeen Rijksambtenarenreglement be paalt dat het verlof gegeven, kan worden met behoud van ge hele of gedeeltelijke bezoldiging. Die mogelijkheid tot bepaalde inhoudingen op het salaris kent ons model niet. Het motief voor dit verschil is moeilijk meer te achterhalen, maar zal wel te maken hebben met het feit, dat aan de i functies waar het artikellid op doelt, geen of nauwelijks inkomsten verbonden waren, ofwel dat deze functies (wet houder) in verband met de woonverplichting toch niet door gemeenteambtenaren konden worden vervuld. Nu dit in belangrijke mate verandert en aan het veranderen is, lijkt de tijd gekomen het artikel aan te passen, aldus de brief van het Centraal Bureau. De feitelijke ontwikkeling van het beleid ten aanzien van de woonverplichting heeft er ook in onze gemeente toe geleid, dat bijna twee derden van het administratieve personeel buiten de gemeente woont. Deze situatie vergroot uiteraard de mogelijkheid dat personeelsleden in hun woongemeente in een politieke functie terecht komen, die aanleiding zou kunnen zijn tot een verzoek van hun kant om verlof als bedoeld in artikel D 12, eerste lid, letter c, van het Algemeen ambtenarenreglement. Met het Centraal Orgaan achten wij het dan ook gewenst, het artikel aan te passen. Dit kan geschieden door het gestelde in artikel D 12, lid 1, sub c, te schrappen en een nieuw artikel D 15 toe te voegen met de volgende inhoud: Artikel D 15. 1Voor zover niet de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar door burgemeester en wethouders verlof verleend tot het vervullen van werk zaamheden, voortvloeiende uit een functie in een publiekrechtelijk college, waarin de ambtenaar is benoemd of verkozen, een en ander voor zoveel zulks niet in vrije tijd kan gebeuren en het verlof minder dan de normale werktijd bedraagt. 2. Indien de ambtenaar uit hoofde van zijn benoeming of ver kiezing, als bedoeld in lid 1aanspraak heeft op een vaste vergoeding - niet zijnde een onkostenvergoeding - wordt op zijn bezoldiging over de tijd dat hij het op grond van het eerste lid verleende verlof geniet, een inhouding toegepast. Deze inhouding gaat hetgeen hij geacht kan worden te ontvangen als vergoeding voor de met het verlof overeenkomende tijd niet te boven. 3. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de vorige leden nadere regels vaststellen. Zoals het Centraal Bureau schrijft, vraagt de tekst van het voorgestelde artikel D 15 om een normstelling. Voor wat het raadslidmaatschap betreft zou aangehaakt kunnen worden bij de norm die is aangelegd bij de vaststelling van de vergoeding voor raadsleden, nl. een geschatte taakduur per maand van 30 uur voor gemeenten tot 30.000 inwoners, 50 uur voor gemeenten met 30.000-100.000 inwoners en 100 uur voor gemeenten met meer inwoners. Voor wethouders zou kunnen worden uitgegaan van het V.N.G.- standpunt, dat in gemeenten met meer dan 20.000 inwoners het wethouderschap een volledige dagtaak is. Afbouwend zou dan in een gemeente met 15.000-20.000 inwoners de geschatte taakduur op 4 dagen per week kunnen worden gesteld, op 3 dagen per week in een gemeente met 10.000-15.000 inwoners enz. Andere functies zullen zich waarschijnlijk minder lenen voor een algemene norm én zullen van geval tot geval bezien moeten worden. Het overleg met de organisaties van overheidspersoneel heeft tot overeenstemming geleid, zodat bij vaststelling van de wijziging geen plaatselijk overleg nodig is. Dit overleg moet vanzelfsprekend wel plaatshebben met betrekking tot een uitvoerings regeling als bedoeld in het derde lid van het voorgestelde nieuwe artikel D 15. In zijn brief van 26 september 1978, nr. 6083, heeft het Centraal Bureau nog aanbevolen, in artikel F 3 eerste lid van het Algemeen ambtenarenreglement een wijziging aan te brengen door schrapping van de woorden "of hem uitdrukkelijk is opgelegd", zulks in navolging van de wijziging van artikel 59 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement -Het-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 225