GEMEENTE HOEVEN
-2-
8.) Schrijven d.d. 19 september 1978 van het dagelijks be
stuur van het Samenwerkingsverband automatisering
Overheidsadministraties Midden- en West Brabant, waarbij
de jaarrekening 1976 van het C.B.T. wordt toegezonden;
9.) Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 29 september
1978 tot het verlenen van een gemeentelijke garantie
eigen woningbouw aan de heer C.F.G.A. Schouw, Rentmeester
straat 9 te Hoeven;
10.) De stukken welke ter inzage zijn gelegd in de leesmap.
Wij stellen u voor de stukken, vermeld onder de nummers
1 t/m 10,voor kennisgeving aan te nemen.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
M.J.M. van Eekelen, loco-burgemeester.
Vergouwen, secretaris.
Agendanr. 4Raadsvergadering d.d. 26 oktober 1978.
Onderwerp: Voorstel tot wijziging van het Algemeen ambtenarenreglement.
HOEVEN, 13 oktober 1978.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling
van gemeentelijke personeelsaangelegenheden heeft bij brief van
8 september 1978, nr. 5682 voorgesteld een wijziging tot stand te
brengen in artikel D 12 van het Algemeen ambtenarenreglement. In
het eerste lid is onder letter c het' volgende bepaald: "Tenzij de
belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt aan de
ambtenaar verlof met behoud van het genot van zijn bezoldiging
verleend: c.) voor het bijwonen van vergaderingen of zittingen van
of het verrichten van werkzaamheden voor publiekrechtelijke colleges
waarin de ambtenaar is benoemd of verkozen en voor zoveel zulks
niet in vrije tijd kan geschieden".
Deze bepaling is destijds geschreven om een regeling te
treffen voor functies die als nevenfunctie kunnen worden vervuld,
zoals lid van een gemeenteraad, wethouder in een kleinere gemeente
enz. Het Centraal Bureau schrijft hierover het volgende.
"Een non- activiteitsregeling voor openbare functies met een
volledige dagtaak, zoals het Rijk heeft, is in ons model nooit
expliciet opgenomen. Daarbij zat de gedachte voor, dat een zodanige
regeling voor kleinere organisaties zoals de meeste gemeenten toch
zijn, een te zware belasting is. De vraag kan worden gesteld of dit
standpunt moet worden verlaten. Het Centraal Orgaan beantwoordt
vooralsnog - met uitzondering wellicht voor een aantal grote
gemeenten die de rijksregeling ter zake kunnen volgen - deze vraag
ontkennend.
Bedacht dient verder te worden dat in het verleden, toen de
ambtenaar in de regel verplicht was te wonen binnen de gemeente
waar hij werkte, een raadslidmaatschap of wethoudersfunctie voor
een gemeenteambtenaar een grote uitzondering was.
Nu is de situatie heel anders. Het woongebied is in het algemeen
ruimer dan de gemeentegrenzen of er wordt veel vaker ontheffing
van de woonverplichting gegeven. De mogelijkheden voor een gemeente
ambtenaar om van zijn passief kiesrecht gebruik te maken zijn dan
ook veel groter geworden en in de praktijk blijkt dat ook.
-De-