-26-
Derhalve zijn de heren Buijs en Wijnen met volstrekte
meerderheid van stemmen gekozen als lid van de commissie
culturele zaken.
Desgevraagd door de voorzitter delen zij heiden mede dat zij
hun benoeming aanvaarden.
Hierna wordt overgegaan tot stemming van het plaatsver
vangend lid van de commissie culturele zaken, waarvoor de
heren Eerstens, van Lier en Rijsdorp zich beschikbaar
stellen.
Ingeleverd worden 12 stembriefjes, waarvan er 6 de naam van
de heer Rijsdorp bevatten, 4 Re naam van de heer van Lier,
1 de naam van de heer Eerstens en 1 de naam van de heer
Zagers.
Omdat geen volstrekte meerderheid is bereikt wordt overgegaan
tot een tweede vrije stemming. De heren Eerstens en Zagers
delen mede dat zij zich niet meer als'kandidaat beschikbaar stellen.
Ingeleverd worden 12 stembriefjes, waarvan er 7 de naam van
de heer Rijsdorp bevatten en 5 de naam van de heer van Lier.
Derhalve is de heer Rijsdorp met volstrekte meerderheid van
stemmen gekozen als plaatsvervangend lid van de commissie
culturele zaken.
Desgevraagd door de voorzitter deelt de heer Rijsdorp mede zijn
benoeming te aanvaarden.
17Benoeming leden en plaatsvervangend leden commissie openbare
werken.
De heer Buijs merkt op dat bij het al of niet aanvaarden van
een benoeming de verordening, regelende de bevoegdheden en
samenstelling van door de raad op voorstel van burgemeester
en wethouders ingestelde vaste commissies van advies en
bijstand een grote rol speelt, omdat daarin niets is bepaald
omtrent de openbaarheid van commissievergaderingen.
-Weliswaar-
-27-
Weliswaar heeft de raad besloten niet tot openbaarheid van
commissievergaderingen over te gaan, maar spreker zegt het
van belang te achten dat hierover een hernieuwde discussie
plaats vindt.
De heer Buijs dient in deze een motie in, welke is mede-
ondertekend door de heren Rijsdorp en Broos en waarbij het
college wordt verzocht op korte termijn een nota inzake de
openbaarheid van commissievergaderingen op te stellen en deze
zo spoedig mogelijk in de raad ter discussie te stellen.
De voorzitter antwoordt hierop dat de verordening.de openbaar
heid van commissievergadering niet uitsluit.
Hij wijst er op, dat het college in de vorige zittingsperiode
de invoering van de openbaarheid van de commissievergaderingen
reeds aan de orde heeft gesteld.
Bat hij overigens het maken van een nota een juiste zaak vindt,
omdat daardoor de verschillende mogelijkheden en aspecten duidl-
lijk kunnen worden belicht.
Hierna deelt de voorzitter mede, dat hem is gebleken, dat de
ingediende motie voldoet aan het reglement van orde en dat de
raad zich daarover derhalve kan uitspreken.
Daarna leest de voorzitter de motie voor. De inhoud daarvan
luidt als volgt:
De raad van de gemeente Hoeven,
in haar openbare vergadering van 28 september 1978,
- gezien de voorstellen van B en W betreffende de benoeming
van leden van de vaste commissies van advies en bijstand,
- gezien de bij raadsbesluit van 25 april 1969 vastgestelde
verordening regelende de bevoegdheden en samenstelling van
de vaste commissies van advies en bijstand, waarin geen
bepalingen betreffende de openbaarheid van vergaderingen
zijn opgenomen,
-. overwegende dat een hernieuwde en fundamentele discussie
over openbaarheid van deze commissies is gewenst,
- verzoekt het college op korte termijn een nota inzake dit'
onderwerp op te stellen en deze zo spoedig mogelijk in de
raad te agenderen,
en gaat over tot de orde van de dag.