-16- Spreker zegt dat de inwoners die zich aanmelden recht hebben op een bepaald aantal zenders met een bepaalde kwaliteit. Indien men de verklaring eenmaal heeft ondertekend dient men genoegen te nemen met datgene wat men krijgt. Spreker zegt dat de beheerscommissie sterker zal staan als zij de beloofde kwaliteit en het beloofde aantal zenders inderdaad levert. Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat er 5000 inwoners gebruik maken van het signaal en dat dit aantal al een garantie inhoudt dat de kwaliteit wordt zoals is toegezegd. De heer van Lier vraagt waarom bepaalde straten, opgenomen in de 1e fase, niet in die 1e fase zijn uitgevoerd. Wethouder van Eekelen antwoordt hierop dat in de 1e fase gewacht moest worden op toestemming van de Nederlandse Spoorwegen. Tevens moest worden afgewacht wat kosten waren van het onderboren van de spoorlijn te Bosschenhoofd. Gebleken is inmiddels dat het hier ging om acceptabele bedragen. Ook de St. Bernardusstraat en het Achter 't Hof waren in de 1e fase opgenomen. Vandaar dat deze aansluitingen zonder bij betaling kunnen worden uitgevoerd. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange nomen. In verband hiermede wordt de 27e wijziging van de gemeente begroting 1978 vastgesteld. 9-Verdagen van het besluit tot vaststelling van het bestemmings plan Volkssterrewacht. De heer Rijsdorp merkt op dat hij tijdens de informatieavond over het bestemmingsplan Volkssterrewacht heeft geconstateerd dat er nog al wat bezwaren waren tegen dat plan, als gevolg waarvan het ontwerp op bepaalde punten ingrijpend gewijzigd zal worden en daarna zodanig van het in eerste instantie ter visie gelegde ontwerp zal afwijken, dat weer anderen aan leiding kunnen vinden daartegen bezwaren in te dienen. -Spreker- -17- Spreker vraagt of degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend op een zodanige wijze kunnen worden geïnformeerd dat zij datgene wat zij in hun bezwaarschrift hebben verwoord ook inderdaad kunnen terugvinden. In het artikel 10 van de wet op de ruimtelijke ordening staat dat de voorschriften van een bestemmingsplan dat gelegen is buiten de bebouwde kom slechts om dringende redenen een be perking van het meest doelmatige gebruik van de in het plan begrepen grond en de zich daarop bevindende opstallen mag inhouden en dat zij geen eisen mogen bevatten met betrekking tot de structuur van agrarische bedrijven. Spreker verwijst in deze naar de boomkwekerij van de heer van den Bom en zegt tijdens de informatieavond bemerkt te hebben dat de voorschriften toch de nodige beperkingen opleggen aan die kwekerij. Het gaat hier echter om een kapitaal-intensief bedrijf, alwaar ook in de toekomst gewerkt moet kunnen worden. Spreker zegt dat zijn fractie het ernstig zou betreuren indien bedoeld bedrijf in de uitoefening beperkt zou worden. De voorzitter antwoordt hierop dat als de wijzigingen van het bestemmingsplan zodanig zijn dat daardoor de basis wordt aange tast, de procedure opnieuw moet worden ingezet. Ingevolge de procedure, zoals deze op advies van de Provinciale Planologische Dienst is ingezet, worden degenen die een bezwaar schrift hebben ingediend, ingelicht over de beslissing die daarop is genomen, waarna zij desgewenst bij Gedeputeerde Staten in beroep kunnen gaan. Er bestaat geen aanleiding te verwachten dat de basis van het bestemmingsplan door wijzigingen inderdaad zal worden aangetast, aldus de voorzitter. Namens zijn fractie adviseert de heer Rijsdorp het college om, als in het plan wijzigingen worden aangebracht, bij de beantwoording van de bezwaarschriften een kaartje te voegen van het oorspronkelijke plan en van het gewijzigde plan. De voorzitter antwoordt hierop dat deze gedachte zal worden meegenomen. De heer van den Bosch merkt op dat het in de bedoeling lag om het bestemmingsplan deze maand door de raad te doen vast stellen. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 214