-10-
De heer van den Bosch merkt op dat de sportadviescommissie
een commissie is van advies en bijstand aan het college.
Spreker zegt van mening te zijn dat dergelijke zaken niet
aan die commissie behoeven te worden voorgelegd, maar dat zij
wel ter kennisname kunnen worden aangeboden. De raad stelt de
tarieven vast, zodat de controle daarop ook aan de raad moet
worden gelaten, aldus de heer van den Bosch.
De heer Rijsdorp zegt dat de heer Buijs voorstelt om de
commissie te doen horen, niet dat de commissie zal beslissen.
Voorts deelt spreker mede dat zijn fractie toch wel een andere
motivatie had verwacht voor het vaststellen van de tarieven,
temeer omdat de oppervlakte van de gymzaal slechts 1/3
bedraagt van die van de sporthal.
De voorzitter antwoordt hierop dat de vaste kosten van de
gymzaal in verhouding tot de sporthal hetzelfde zijn;
Spreker zegt dat de raad vrij is in het vaststellen van de
hoogte van de tarieven.
De heer Rijsdorp merkt op dat er een kostenberekening gemaakt
had moeten worden, aan de hand waarvan de opbrengsten afge
leid hadden kunnen worden.
De voorzitter antwoordt hierop het daarmee wel eens te kunnen
zijn en zulks zou ook tevoren hebben kunnen plaatsvinden als
men maar enig inzicht had gehad in de frequentie waarin van
de gymzaal gebruik zou worden gemaakt. Eenzelfde situatie
heeft zich voorgedaan bij de sporthal waarbij men ook geen
idee had welke verenigingen er gebruik van wensten te maken.
Daar komt nog bij, aldus de voorzitter, dat, als een derge
lijke accommodatie eenmaal is gerealiseerd er ook nieuwe
verenigingen worden opgericht. Het ligt in de praktijk
besloten dat de gemeenschap op sportgebied wordt geactiveerd
als er accommodaties zijn.
Indien blijkt dat het gebruik van de gymzaal inderdaad mee
valt, kan de sportadviescommissie altijd nog adviseren over
een eventuele verlaging, aldus de voorzitter.
-Hierna-
-11-
Hierna gaat de raad zonder hoofdelijke stemming akkoord met
aanvulling van de tekst van artikel 7 van de "Verordening,
regelende de tarieven voor het gebruik van het gemeentelijk
gymnastieklokaal te Bosschenhoofd" en wel door toevoeging
aan dat artikel van de volgende twee zinnen:
Behoudens in spoedeisende gevallen wordt vooraf de sport-
adviescommissie gehoord. Van in spoedeisende gevallen genomen
beslissingen wordt mededeling gedaan aan de sportadvies-
commissie".
Voor het overige gaat de raad, eveneens zonder hoofdelijke
stemming, akkoord met het voorstel.
7. Subsidiëring V.O.S.-vervolgcursus.
De heer van Lier merkt op dat het hier gaat om een cursus
van 7 lessen, waaraan door 9 dames wordt deelgenomen en welke
lessen worden gegeven door 2 gesalarieerde docenten. Spreker
vraagt of men niet kan volstaan met 1 docent. Spreker zegt dat
voor dergelijke cursussen gezocht zou moeten worden naar pro
deo krachten.
De voorzitter antwoordt hierop dat het niet op de weg van het
gemeentebestuur ligt om de gang van zaken met betrekking tot
deze cursus te veranderen.
De heer Zagers merkt op dat zijn fractie zich heeft verbaasd
over het feit dat voor deze cursus geen subsidie is gevraagd
van C.R.M.omdat de mogelijkheid bestaat bij dat ministerie
educatieve plannen in te dienen, bij de uitvoering waarvan
30% subsidie kan worden verkregen. Desgevraagd kan via
het Provinciaal Opbouworgaan hulp worden verkregen bij het
opstellen van dergelijke plannen.
De voorzitter antwoordt hierop dat het college zo spoedig
mogelijk met een educatief plan zal komen, maar dat de onder
zoeken ter zake nog niet zijn afgerond.
De heer Zagers merkt op dat het gemeentelijk welzijnsplan vóór
1 januari 1979 moet zijn ingediend en dat het plan voor een
periode van 4 jaar moet dienen, waarbij een jaarlijkse bij
stelling mogelijk is.