■9-
-8-
Spreker zegt dat zijn fractie zich afvraagt of een dergelijke
functie wel nodig is en of er in deze niet kan worden vol
staan met een schoonmaakster.
De voorzitter antwoordt hierop dat de nieuwe gymzaal ook zal
worden gebruikt door verenigingen en clubs en dat het in ver
band daarmede noodzakelijk is een conciërge aan te stellen.
De heer Rijsdorp zegt dat zijn fractie daar toch wel moeite
mee heeft en dat hem diverse gemeenten bekend zijn waar sport
zalen worden gebruikt zonder beheerder. Daarmee is een
uitstekende ervaring opgedaan.
Spreker zegt dat zijn fractie het onjuist vindt om ook weer
voor deze functie een "gratis" kracht aan te trekken. Indien
men toch een baan heeft te vergeven, dat dient men deze
vanuit de werkelozensfeer aan te bieden, aldus de heer
Rijsdorp.
De voorzitter wijst op de minder prettige ervaringen die zijn
opgedaan bij de gymzaal in Hoeven.
Spreker zegt dat de gemeente volwaardig bijdraagt in de
kosten van het Werkvoorzieningsschap en dan ook het recht heeft
daarvan de vruchten te plukken. De voorzitter deelt mede erg
veel vertrouwen te hebben in de nieuw te benoemen conciërge
die op 2 oktober a.s. in functie zal treden.
De heer Rijsdorp vraagt of er in de gymzaal een beheerders
ruimte aanwezig is, waarop de voorzitter antwoordt dat de
conciërge de beschikking heeft over een leefbare ruimte.
De heer Buijs merkt op dat het beleid van de overheid er op
gericht moet zijn om personeel, dat volwaardig functioneert, in
vaste dienst te nemen.
De voorzitter antwoordt hierop dat het gemeentebestuur steeds
al het mogelijke doet en ook steeds de intentie heeft om de
mensen van het Werkvoorzieningsschap te helpen.
Hierop vraagt de heer Rijsdorp of het college dan te zijner
tijd met een voorstel zal komen tot vaste aanstelling van
dé conciërge.
De voorzitter antwoordt hierop dat het college medewerkt om
betrokkenen te helpen.. Hij wijst op de resultaten, die in 't
verleden zijn bereikt.
De heer Zagers vraagt op welke wijze de tarieven voor het
gebruik van de gymzaal zijn opgesteld.
De voorzitter antwoordt hierop dat de tarieven zijn bepaald op
de helft van die, zoals deze gelden voor de gehele sporthal.
Omtrent de hoogte van deze tarieven is het advies ingewonnen
van de sportadviescommissie.
Op de vraag van de heer Zagers of men in deze dan niet is
uitgegaan van exploitatiecijfers antwoordt de voorzitter, dat men
de exploitatie voor de gymzaal, zulks in tegenstelling tot
de sporthal, nooit sluitend zal krijgen.
De heer Buijs merkt op dat burgemeester en wethouders ingevolge
artikel 7 van de tarievenverordening, van die"verordening kunnen
afwijken. Spreker zegt aan die bepaling graag de restrictie
verbonden te willen zien dat de sportadviescommissie moet worden
gehoord, omdat die commissie bij uitstek de instantie is om
te beoordelen of er al of niet van de verordening moet worden
afgeweken.
De voorzitter merkt echter op dat er zich omstandigheden kunnen
voordoen waarbij snel een beslissing moet worden'genomen. Als
dan kan de commissie niet bij elkaar geroepen worden.
De heer Buijs zegt dat het zijn bedoeling is vast te leggen
dat, als er tijd en gelegenheid is, de sportadviescommissie
moet worden gehoord.
De her Zagers deelt mede dat zijn fractie het eens is met de
heer Buijs.
Ook de heer Rijsdorp deelt mede dat zijn fractie achter het
voorstel van de heer Buijs staat.
-De-