-4- Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 5b.Aanpassing reinigingsrecht 1979» De heer Broos merkt op dat het voorstel spreekt over aan passing aan het gestegen kostenpeil. Spreker zegt dat als men beziet hoe de bedragen worden afgerond er toch beduidend meer geld in de kas zal vloeien. De voorzitter antwoordt hierop dat het eindresultaat niet zo danig is dat gesproken kan worden van een grote inkomsten vermeerdering. De heer Krijnen vraagt hoe het staat met het onderzoek naar vervanging van de plastic zakken. De voorzitter antwoordt hierop dat er nog steeds onderzoeken gaande zijn. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 5c.Hondenbelastingverordening 1979. De heer Broos merkt op dat zijn fractie steeds voorstander is geweest van afschaffing van de hondenbelasting, mede omdat ook andere huisdieren niet worden belast. De opbrengst be draagt slechts 27.000,aldus de heer Broos. De heer Nuijten zegt dat de heer Broos verzuimt om met een alternatief te komen. De gemeente moet inkomsten hebben om uitgaven te kunnen doen. Spreker zegt dat zijn fractie volledig achter het voorstel staat en dat het hem niets zou verwonderen als het personeel van de plantsoenendienst in de toekomst zal vragen om een extra toelage voor vuil werk. Spreker zegt het overigens onredelijk te vinden dat, als gevolg van afschaffing van de hondenbelasting, de Onroerend Goedbelasting zou moeten worden verhoogd. -De- De heer Koevoets merkt op dat de tarieven worden verhoogd met 11% en vraagt of zulks in overeenstemming is met het plafond dat door de regering is vastgesteld. De voorzitter antwoordt hierop dat een dergelijk plafond niet dwingend geldt voor de belastingheffing. Spreker zegt dat als men deze belasting zou afschaffen men naar een alternatief moet zoeken om het gemis aan inkomsten te compenseren. Er zijn bijna evenveel argumenten vóór als tegen een hondenbelasting aan te voeren, aldus de voorzitter. Wethouder van Eekelen zegt de vergelijking met andere huisdieren niet juist te vinden, omdat van honden het meeste overlast wordt ondervonden. Het heffen van een belasting op honden acht wethouder van Eekelen alleen al uit een oogpunt van dierenbe scherming een goede zaak. Daarbij maakt spreker onderscheid tussen een hondenhouder en een hondenliefhebber. Indien de belastingaanslag voor een hond erg hoog is zal een adspirant- hondenhouder zich wel bezinnen over de aanschaf van een hond, terwijl een hondenliefhebber er graag zo'n bedrag voor over heeft. Bij een hoge belastingaanslag zal een hondenhouder zijn hond eerder aan zijn lot overlaten, waardoor deze in het asiel terecht komt. Spreker zegt te hopen dat zo'n hond dan uiteindelijk bij een echte liefhebber terecht zal komen. De heer Koevoets merkt op dat ook een hondenliefhebber recht heeft om zijn sport te beoefenen. Spreker zegt dat de honden liefhebbers achteruit worden gezet, zeker als hij beziet dat in een volgend agendapunt een krediet wordt gevraagd voor een korfbal- en tennisvereniging. De heer Kerstens deelt mede dat zijn fractie achter deze belasting staat, ook omdat honden extra overlast bezorgen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Koevoets merkt de heer Kerstens op dat de verordening daarvoor een regeling kent. De heer Broos zegt dat zijn fractie tegen het voorstel is en vraagt hoe wethouder van den Bosch thans tegenover deze belasting staat. De voorzitter antwoordt hierop dat het een eenstemmig voorstel van het college is. -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 168