GEMEENTE HOEVEN
-2-
de gemeentelijke belastingverordeningen worden verricht,
worden vereenvoudigd.
De bestaande verordening d.d. 17 september 1959 bevat
o.m. bepalingen omtrent de ambtshalve aanslag, de navordering,
de kohieren, de verzending van de aanslagbiljetten, de in
vorderbaarheid bij faillissement e.d., het verlenen van
kwijting, het toerekenen van de betalingen, de niet-
invorderbaarverklaring en de strafbepaling. Al deze bepa
lingen kunnen in de verordening worden gemist, omdat in het
nieuwe artikel 281 van de gemeentewet de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (Stb. 1959, 501en de wet van 22 mei 1945
(Stb. 22) - Invorderingswet - in het algemeen op de gemeente
lijke belastingen van toepassing worden verklaard. In deze
wetten zijn soortgelijke bepalingen opgenomen als bovenvermeld.
Wij hebben thans, ter voldoening aan het bepaalde in
artikel XVI van de wet van 24 december 1970 (S. 608), een nieuwe
verordening ontworpen, die wij u hierbij ter vaststelling
aanbieden. Een concept-verordening ligt in het agendadossier
ter inzage.
In het ontwerp is het tarief verhoogd van 56,(welk
bedrag sedert 1977 geldt) tot 40,--, terwijl wij u voorstellen
een differentiatie in het tarief aan te brengen in die zin dat
voor de tweede hond een bedrag van 60,wordt geheven en
voor elke volgende hond 20,meer dan de vorige. Voor
minder draagkrachtigen is een kortingsregeling opgenomen, die
leidt tot een vermindering van de aanslag met de helft.
Voor kennels geldt.evenals voorheen een maximum van het vijf
voud van het eerste tarief op 200, De meeropbrengst kan
worden geschat op 3.000,
Voor het overige mogen wij verwijzen naar de artikelsgewijze
toelichting.
De commissie algemeen financieel beheer, ruimtelijke
ordening en recreatie is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester
Vergouwen, secretaris.
Agendanr. 5d.Raadsvergadering d.d. augustus 1978.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Drank- en Horeca-
belasting en van een aangiftebiljet.
HOEVEN, 28 juli 1978.
Artikel 24 van de Drank- en Horecabelasting verplicht de
gemeenten tot vaststelling van een verordening op het vergunnings
recht.
Ter uitvoering hiervan heeft uw raad op 28 maart 1968 de
Verordening op de Drank- en Horecabelasting vastgesteld, die geacht
werd op 1 november 1967 in werking te zijn getreden, zijnde de
datum waarop de Drank- en Horeca Wet zelf van kracht werd.
In de verordening werden o.m. onderwerpen geregeld als: inzage
van boeken en bescheiden, ambtshalve aanslag, kohieren, ambtshalve
vermindering, navordering, invordering, afschrijving, oninbaar
verklaring en toerekening van de betalingen.
Bij de wet van 24 december 1970, Stb. 608, werd intussen
de gemeentewet herzien in die zin, dat o.m. de Algemene Wet inzake
rijksbelastingen en de Invorderingswet op de gemeentelijke
belastingen van toepassing werden verklaard. De regeling van zaken
als in de vorige alinea opgesomd, werd hierdoor overbodig.
In verband hiermee geven wij u in overweging, een nieuwe
Verordening Drank- en Horecabelasting vast te stellen, die in
overeenstemming is met de nieuwe wettelijke voorschriften. Op het
belang hiervan heeft de minister van binnenlandse zaken in zijn
circulaire van 23 mei 1977, nr. EB/ü 265, nog gewezen.
Hoewel aanpassing aan de wettelijke bepalingen ook mogelijk zou
zijn door de bestaande verordening te wijzigen, geven wij de voor
keur aan een geheel nieuwe verordening, die slechts 12 artikelen
kent en daardoor overzichtelijker is dan een ingrijpend gewijzigde
verordening zou zijn. Van de bestaande verordening vervallen immers
10 van de 20 artikelen, terwijl 4 nieuwe artikelen zouden moeten
worden toegevoegd en nog 2 artikelen zouden moeten worden herschreven.
Een ontwerp-verordening hebben wij in het agendadossier voor
u. ter inzage gelegd, tezamen met de thans nog geldende verordening,
waarin in rood de wijzigingen zijn aangegeven.
Zoals wij reeds schreven, is de nieuwe verordening met 12
artikelen veel korter dan de oude regeling met 20 artikelen. De
leesbaarheid van de belastingverordening is daardoor toegenomen.