GEMEENTE HOEVEN Agendanr. 3 Raadsvergadering d.d. 3 augustus 1978. Onderwerp: Voorstel tot standpuntbepaling met betrekking tot wijziging van de provinciale indeling in het kader van de bestuurlijke reorganisatie. HOEVEN, 14 juli 1978. He minister van binnenlandse zaken heeft op 22 mei j.l. aan de vaste commissie van binnenlandse zaken uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal een brief met bijlagen gezonden inzake wijziging van de provinciale indeling in het kader van de bestuurlijke reorganisatie. In de bijlagen bij de brief geeft de minister de voorlopige uitkomsten weer van zijn beraad over de in 1977 ingediende wetsontwerpen tot reorganisatie van het binnenlands bestuur. Inmiddels heeft de minister de provinciale besturen op grond van artikel 2 van de Provinciewet gevraagd voor 1 oktober- a.s. een oordeel aan hem kenbaar te maken. In dit verband heeft op 19 juni j.l. een oriënterende bespreking plaatsgevonden tussen de dagelijkse besturen van de gewesten in Noord-Brabant en het college van gedeputeerde staten. Ook het Streekgewest Westelijk-Noord-Brabant was daarbij vertegen woordigd. Doel van die bespreking was het inventariseren van de voorlopige standpunten over de recente voorstellen tot wijziging van de provinciale indeling. Bij die bespreking werd het wenselijk geoordeeld de gewestraden om een uitspraak te vragen over het unanieme oordeel, dat een inhoudelijke standpuntbepaling over de voorstellen van de minister op basis van de thans ter beschikking staande gegevens niet mogelijk is. Bij brief van 21 juni j.l. hebben gedeputeerde staten het streekgewest enkele passages ter beoordeling aangeboden en verzocht te bevorderen, dat het standpunt van de gewestraad hen in de' loop van de maand augustus bereikt. Deze passages luiden als volgt: Het aantal provincies hangt - ook volgens de minister van binnen landse zaken - onder meer nauw samen met de taken en bevoegdheden, die men aan de provincies toekent of wil toekennen en is derhalve gerelateerd aan de schaal waarop deze taken en bevoegdheden het best kunnen worden uitgeoefend. -Uit-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1978 | | pagina 141