-2-
De opritten zijn echter nog steeds aanwezig.
Aangezien nabij Standdaarbuiten een brug over de Mark is
gebouwd, welke een tweede brug met een dergelijke omvang
op zo'n korte afstand min of meer overbodig maakt, gingen de
gedachten steeds meer uit naar een oeververbinding in kleiner
formaat.
De gemeente Zevenbergen achtte het van groot belang
om een directe verbinding te scheppen naar het recreatie
gebied in de gemeente Hoeven. De oeververbinding, welke uit
gevoerd zou worden als een brug geschikt voor voetgangers,
fietsers en ruiters, genoot hoge prioriteit bij de gemeente
Zevenbergen.
Met name door de gestadige groei van de kern, was men
voor wat betreft recreatieve voorzieningen, m.n. openlucht
recreatie steeds meer aangewezen op locaties buiten de gemeente.
In een gezamenlijk schrijven van de gemeentebesturen van
Zevenbergen en Hoeven hebben wij aan de Baronie de vraag voor
gelegd of er mogelijkheden waren om de realisering van de ver
binding over de Mark in het kader van het fietspadenplan tot
stand te brengen.
Hunnerzijds is medegedeeld, dat zij wel degelijk mogelijk
heden zagen de oeververbinding "te realiseren, doch hebben daarbij
wel gewezen op het feit, dat dit nog al wat 'tijd en geld gaat
vergen.
Daar de intergemeentelijke organisatie in het verleden al
vele kilometers gerealiseerd heeft, is een hoeveelheid impliciete
kennis aanwezig.
Het aantal gerealiseerde kilometers, welke in het struc
tuurplan zijn opgenomen, bedraagt 54.
De werkzaamheden welke voorafgaan aan de realisering van
fietspaden, zijn zeer omvangrijk en vooral op 2 punten toege
spitst, n.l.
1. het zoeken van een tracé, dat voor alle partijen aanvaard
baar is;
2. het besteksklaar maken van de fietspaden met kunstwerken,
die een onderdeel van het tracé vormen.
Nadat het tracé bepaald is, moeten de belangen worden
afgewogen, ten einde tot een afgerond geheel te komen.
Aangezien dit alles nog al tijdrovend is en nogal wat
deskundigheid vereist, zal aansluiting bij een daartoe
in het leven geroepen organisatie grote voordelen bieden.
-De-
De Intergemeentelijke Organisatie "De Baronie van Breda" is
een gemeenschappelijke regeling, aangegaan door de raden en
colleges van burgemeester en wethouders van de volgende gemeenten:
Breda, Alphen en Riel, Baarle-Nassau, Dongen, Chaam, Etten-Leur,
Gilze-Rijen, Nieuw-Ginneken, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijsbergen,
Rucphen, Terheijden, Teteringen en Zundert.
De gemeente Zevenbergen is nog niet toegetreden, doch een
daartoe strekkend voorstel zal in de februari-vergadering aan
de raad worden gedaan.
De doelstelling is de gemeenschappelijke belangenbehartiging
van:
1de aanleg, verbetering en onderhoud van rijwielpaden in de
Baronie van Breda, welke zijn opgenomen in een door het
bestuur vastgesteld plan;
2. voorzieningen, welke recreatiemogelijkheden scheppen of
bevorderen.
Door het Algemeen Bestuur van de Baronie van Breda zijn
bepaalde voorwaarden t.a.v. de toetreding tot de intergemeentelijke
rijwielpadorganisatie gesteld, te weten:
1. er wordt een bijdrage in de know how ervaring gevraagd vanaf
1969, zijnde het jaar waarin de allereerste aanzet is gegeven
tot het nieuwe basisplan, tot en met december 1976.
Dat betekent voor de gemeente Hoeven 1.904>98, welke bedrag
is berekend conform het gestelde in artikel 20 van de
gemeenschappelijke regeling.
Eventuele toetreding zou dan ingaan met terugwerkende kracht
per 1 januari 1977;
2. De Baronie zal niet worden belast met de kosten verbonden aan
de bouw van een fietsbrug over de Mark met bijkomende
werkzaamheden.
Bovendien zal na toetreding elk jaar een bijdrage in de
kosten van elke toegetreden gemeente worden gevraagd op grond
van de artikelen 19 en/of 20 van de gemeenschappelijke regeling.
Volgens de begroting 1978 zijn de bijdragen voor dat
jaar als volgt vastgesteld:
art. 19, norm A: 50,per jaar voor elke kilometer rijwiel
pad, in die gemeente aangelegd of verbeterd,
en wel gedurende 5 jaar; de resterende kosten
worden in evenredigheid naar het aantal in
woners van de gemeente tot het totale aantal
-inwoners-