GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 5
Raadsvergadering d.d. 27 januari 1977»
Onderwerp: vergoeding raadsleden.
HOEVEN, 7 januari 1977»
Op grond van artikel 64 f van de gemeentewetzoals deze is aange
vuld bij de wet van 6 mei 1976, Stb. 312, ontvangen de leden van de
raad, die geen lid zijn van het college van burgemeester en wet
houders, een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming
in de kosten. Deze vergoeding en tegemoetkoming worden op jaarbasis
door de raad bij verordening vastgesteld naar bij algemene maatregel
van bestuur te stellen nadere regelen. De verordening moet aan
gedeputeerde staten worden meegedeeld.
De leden van een commissie, die geen raadslid zijn en die geen
vergoeding ontvangen als bedoeld in artikel 64*1, tweede lid, ont
vangen voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie een
vergoeding. Deze vergoeding wordt door de raad bij verordening vast
gesteld naar bij algemene maatregel van bestuur te stellen nadere
regelen. De verordening moet aan gedeputeerde staten worden meege
deeld.
De in de beide voorafgaande alinea's bedoelde algemene maatregel
van bestuur is inmiddels vastgesteld bij koninklijk besluit van
20 november 1976, Stb. nr. 621. Dit besluit bepaalt o.m. dat de
maximale vergoeding over 1975 voor een gemeente met 6001-8000
inwoners 1999,bedraagt en de maximale tegemoetkoming in onkosten
525,Het maximale presentiegeld voor commissieleden die geen
raadslid zijn, is voor een gemeente met ten hoogste 100ÖÖ inwoners
45,--.
Al deze bedragen worden per 1 januari van elk jaar bij biini-
steriële beschikking herzien aan de hand van het indexcijfer van
regelingslonen van volwassen werknemers op 31 oktober daaraan voor
af gaande, respectievelijk aan de hand van het prijsindexcijfer van
de gezinsconsumptie, geldende voor de maand oktober.
Verder bepaalt het besluit, dat de raad in zijn verordening van
de maximale bedragen naar beneden kan afwijken tot een maximum van
20%. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor de vergoeding
van commissieleden, die geen raadslid zijn.
-De-