GEMEENTE HOEVEN -2- 9. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten d.d. 5 januari 1977 van het raadsbesluit d.d. l6 december 1976 tot verkoop van een perceel bouwgrond aan de heer J.A.M. Donkers, Elisabethpark 80 te Hoeven; 10.) Goedkeuring van Gedeputeerde Staten d.d. 5 januari 1977 van het raadsbesluit d.d. 9 december 1976 tot verkoop van grond aan de heer A. Dekkers, Achterhoeksestraat 6 te Boss chenho o f d 11.) Goedkeuring van Gedeputeerde Staten d.d. 5 januari 1977 van het raadsbesluit d.d. 9 december 1976 tot vaststelling van de 28e wijziging van de gemeentebegroting 1976 in verband met beschikbaarstelling van een krediet voor de aanschaf van materiaal en meubilair ten behoeve van de kleuterschool te Bosschenhoofd; 12.) Schrijven d.d. 25 januari 1977 van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant met be trekking tot de grensoverschrijdende luchtveront reiniging. Wij stellen u voor de ingekomen stukken, vermeld onder de nummers 1 t/m 12, voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en wethouders van Hoeven. Twaalfhoven, burgemeester. Vergouwen, secretaris. Agendanr. 4 Raadsvergadering d.d. 24 februari 1977- Onderwerp: Voorstel tot wijziging van de Intergemeentelijke regeling woonwagen centra West-Brabant. HOEVEN, 28 januari 1977- Bij besluit d.d. 22 juli 1965 heeft u besloten toe te treden tot de Gemeenschappelijke regeling tot stichting en exploitatie van een regionaal woonwagenkamp in Westelijk Noord-Brabant. Deze regeling sluit aan op het gestelde in de woonwagenwet 1968 die de woonwagenbewoners naar grote regionale centra stuurt zonder rekening te houden met de geaardheid van de verschillende families of groepen en met verontachtzamen van het verlies van klantenkring en werkterrein. Immers in zeer veel gevallen werden kleine groepen, die tot dan jarenlang op zichzelf in kleinere gemeenten hadden gestaan en eigen lijk als in wagens wonende burgers van die gemeente konden worden beschouwd, gedwongen uit de vertrouwde omgeving te vertrekken en op grote regionale centra te gaan staan, waar overigens volledige voor zieningen aanwezig zouden zijn, ook op het gebied van onderwijs, maat schappelijke begeleiding e.d. Inmiddels is duidelijk geworden dat het beleid gericht op de in richting van grote regionale woonwagencentra, is mislukt. Weliswaar heeft men daar, waar de bouw van grote centra van de grond kwam, goede materiële voorzieningen kunnen treffen, maar het isolement van de bewoners ten opzichte van de rest van de samen leving is daardoor slechts versterkt. Willen wij ooit bereiken dat woonwagenbewoners en huizenbewoners niet langer vijandig en met vooroordelen beladen tegenover elkaar staan, dan moeten wij ben niet langer op afstand houden op grote regionale centra, met eigen gemeenschapsvoorzieningen. De praktijk in West-Brabant heeft uitgewezen dan ten aanzien van de kleine centra (waar geen eigen gemeenschapsvoorzieningen zijn) contacten tussen de woonwagenbewoners enerzijds en de huizenbe woners anderzijds veel eerder tot stand komen. Kinderen volgen onder wijs aan de plaatselijke scholen en men neemt deel aan het plaatselij] verenigingsleven En zolang wij niet kunnen aantonen dat het wonen in een wagen uit de tijd is (en dan niet alleen uitgaande van onterechte financiële voor delen, of het verdwijnen van de beroepen, waarbij reizen noodzakelijk is) en zolang de woonwagenbewoner niet uit eigen beweging duidelijk te kennen geeft in een huis te willen wonen, tot dan moeten wij de

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 36