-24- Spreker zegt dat het er hem niet om gaat alle openhaar groen af te stoten en dat zeer zeker grote oppervlakten groen moeten worden gehandhaafd. Spreker zegt dat zo mogelijk het onder houd van dat openbaar groen moet worden verlegd naar de burger. Daarbij behoeft geen geweld te worden aangedaan aan het bestemmingsplan. Spreker zegt dat het zijn bedoeling is om de grond tijdelijk in gebruik te geven aan de aangrenzende bewoner, waarbij eventueel voorschriften kunnen worden gegeven inzake dat gebruik, waardoor aan het totaalbeeld van het groen geen schade wordt berokkend en waarbij een aanmerkelijk bedrag aan onderhoud kan worden bespaard. In dat licht bezien heb ik gevraagd een nota uit te brengen, aldus de heer Rijsdorp. De voorzitter antwoordt hierbij dat men de bewoners in deze niet afhankelijk mag maken van elkaar. Spreker zegt dat het openbaar groen door de raad, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten is aangewezen. Daarom is het gemeentebestuur ook ver plicht ervoor te zorgen dat de plantsoenen ook inderdaad open baar blijven, aldus de voorzitter. Naar aanleiding van een opmerking van de heer Rijsdorp dat in het Elisabethpark wel grond aan de aangrenzende eigenaren in gebruik is gegeven en dat het college thans de zaak terug draait, deelt de voorzitter mede dat het college duidelijk een andere mening is toegedaan. Hierna houdt de heer Nuijten hetvolgende betoog: Mijnheer de Voorzitter, Gaarne zou ik met betrekking tot de algemene beschouwingen van de heer Rijsdorp de volgende opmerkingen willen maken: De heer Rijsdorp schenkt in zijn algemene beschouwingen aan dacht aan de volkshuisvesting, met name aan de bouw van betaalbare woningen voor minderdraagkrachtigen en de bouw van woningen voor alleenstaanden. Dit is een goede zaak, mijnheer de voorzitter. Jammer is echter dat de heer Rijsdorp in zijn algemene beschouwingen op geen enkele wijze aandacht schenkt aan het huisvestingsprobleem van onze bejaarden. -Veel- -25- Veel eerlijker zou het zijn geweest, wanneer hij had medegedeeld, dat onlangs door de Raad met 10 stemmen voor en 5 stemmen tegen, is besloten, tot de bouw van 8 bejaardenwoningen en dat de heer Rijsdorp behoorde tot de tegenstemmers van dit plan. De eerlijk heid gebiedt ook hierbij te vermelden, dat de heer Rijsdorp de enige is uit onze Hoevense samenleving die bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bezwaar heeft gemaakt tegen het gehele bouwplan. Het zal onze bejaarden dan ook duidelijk zijn, dat zij beslist niet behoeven te rekenen op de steun van de heer Rijsdorp, bij het zoeken naar een oplossing voor hun huis vestingsprobleem. Zij doen er verstandig aan daarmee bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen rekening te houden. Op bladzijde 10 van de algemene beschouwingen zegt de heer Rijsdorp over de wethouders het volgende: "Ze zijn er bekwaam genoeg voor, we hebben ze ook niet voor niets op die stoelen gezet". Ik zou daaraan willen toevoegen: "De actie van de heer Rijsdorp tegen een van onze wethouders eindigde onlangs als een storm in een glas water". Aan het vermelde op bladzijde 11 onder de punten 1, 3» 5 en 6 van de algemene beschouwingen van de heer Rijsdorp zou ik voorbij willen gaan, omdat de inhoud van een te geringe importantie is. De mededeling onder punt 2, dat Hoeven behoed moge worden voor meerdere deskundigen, moet de heer Rijsdorp op een juiste wijze vertalen. Ik wil dit dan ook graag aan hem zelf overlaten. Laat ons daarbij wel bedenken, dat onze deskundigheid meestal beperkt blijft tot ons dagelijks werkterrein. De mededeling onder punt 4 in de algemene beschouwingen van de heer Rijsdorp is mij uit het hart gegrepen. Ja, mijnheer Rijsdorp, ik vind het jammer dat in de raadsvergaderingen soms onparlementaire woorden en uitdrukkingen worden gebruikt. U moet daarbij echter wel op uw eigen borst slaan, of bent u al vergeten dat u tegen de heer Broos eens gezegd hebt, dat hij eerst eens wat beter Nederlands moest leren? Dit zijn uitdrukkingen, mijnheer Rijsdorp, die niet passen in een raadsvergadering. Daarom zeg ik tegen u, mijnheer Rijsdorp: "Yerbeter de wereld, maar begin wel bij u zelf". -De-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 338