P
-10-
De voorzitter antwoordt hierop dat het college hoge prioriteit
toekent aan de verkeersveiligheid, maar dat men veelal af
hankelijk is van de wegbeheerders. Spreker zegt dat met be
trekking tot het verkeerscirculatieplan alle adviezen binnen
zijn en dat nog gewacht wordt op het afrondend advies van
het Hoofd van Gemeentewerken.
Spreker deelt voorts mede dat het college blij is met de
activiteiten van de moederbrigade nabij de kruising Boven
donk, maar dat het erg moeilijk is om voor die kruising tot
een sluitend geheel te komen.
De voorzitter deelt mede dat de abri voor de bushalte te
Bosschenhoofd is geplaatst in overleg met Rijkswaterstaat en
dat verplaatsing erg moeilijk zal zijn in verband met de
verkeersveiligheid. Het plaatsen van lichtmasten ter plaatse
is reeds in onderzoek, aldus de voorzitter.
Met betrekking tot het Vliegveld Seppe deelt de voorzitter
mede dat in verband met de aanleg van een viaduct de effec
tieve ruimte van het vliegveld is verminderd met +150 meter,
hetgeen moet worden gecompenseerd. Voorts dienen meerdere
opstallen te worden vernieuwd, c.q. uitgebreid, waarvoor ook
grond nodig is, aldus de voorzitter.
De heer Krijnen vraagt of er nog meer uitbreidingen zijn te
verwachten, waarop de voorzitter antwoordt dat zulks voorshands
niet de bedoeling is.
De heer Krijnen merkt op dat hij uit de brief van de B.B.A.
niet heeft kunnen vernemen dat geen medewerking aan een ver
plaatsing van de bushalte zal worden verleend.
De voorzitter antwoordt hierop dat de B.B.A. in principe
altijd bereid is medewerking te verlenen maar dat het bijna
niet mogelijk is de abri te verplaatsen. Spreker zegt dat-
deze zaak verder zal worden onderzocht en dat overleg zal
worden gepleegd met Rijkswaterstaat.
De heer Rijsdorp vraagt een kaart over te leggen waarop de
voorgenomen uitbreiding van het vliegveld staat aangegeven en
waarop de nieuwbouw staat ingetekend, een en ander vergezeld
van een overzicht van de maximaal toelaatbare vliegbe
wegingen en het aantal vliegbewegingen op dit moment.
-De-
-11-
De voorzitter deelt hierop mede dat de havenmeester jaarlijks
een verslag maakt en dat men momenteel tracht het huidige terrei
aan te doen wijzen als luchtvaartterrein.
De heer Koevoets vraagt of het het college bekend is dat de
nieuwe Luchtvaartwet inspraak van de eigenaren van aangrenzende
percelen voorschrijft.
De voorzitter antwoordt hierop dat de procedure tot aanwijzing
als luchtvaartterrein zich zal ontwikkelen volgens de nieuwe
wet, waarin de maximaal mogelijke inspraak is geregeld.
Wethouder van den Bosch deelt mede dat hij het algemeen bestuur
van de Stichting Woningbouw "St. Bernardus" zal verzoeken
om verslagen van vergaderingen e.d. voor de raad beschikbaar
te stellen, zodat de raad zich ook op dit terrein beter kan
oriënteren. Spreker zegt dat de wijze waarop de inschrijvingen
plaatsvinden tot doel heeft om zoveel mogelijk contingenten te
verkrijgen en dat daarom de gegevens, zoals de heer Krijnen die
heeft verkregen, een vertekend beeld geven. Indien het probleem
inderdaad zo groot zou zijn als is voorgesteld, zouden de be
stemmingsplannen op zeer korte termijn gewijzigd moeten worden,
aldus spreker, die voorts toezegt dat hij terzake in de eerst
volgende vergadering van de commissie Algemene Zaken nadere
informaties zal verschaffen.
De heer Krijnen deelt mede dat hij toch mag verwachten dat
hij de juiste cijfers van de Stichting Woningbouw "St. Bernardus"
heeft ontvangen.
Wethouder van den Bosch antwoordt hierop dat die cijfers inder
daad exact zijn, maar dat het inschrijvingsbeleid is gericht
op het verkrijgen van zoveel mogelijk woningcontingenten.
Met betrekking tot het verkeerscirculatieplan merkt de heer
Rijsdorp op, dat het nu wel tijd wordt om dit plan binnen de
commissie te bespreken.
De voorzitter antwoordt hierop dat zodra alle adviezen binnen
zijn, dus ook dat van het Hoofd van Gemeentewerken, het plan
binnen het college zal worden besproken en daarna aan de raad
zal worden voorgelegd.
-Hierna-