n- -2- 2. Aangezien het de bedoeling is, dat de voorzitter van het schap de nodige bestuursbevoegdheden zal uitoefenen, ware hij als bestuursorgaan te vermelden in artikel 4. 3- De leden 8 en 9 van artikel 5 hebben, naast een verdeling van de bevoegdheden tussen het algemeen en dagelijks bestuur, xevens betrekking op de rechtspositie van de secretaris en de algemeen direkteur. Het had daarom meer voor de hand gelegen deze bepalingen onder te brengen in artikel 8 of in te passen in hoofd stuk VI. Het voorschrift om ook bij schorsing van de algemeen direk teur vooraf de commissies te horen, werkt een stroeve be sluitvorming, in situaties waarin spoed geboden kan zijn, in de hand. 4. Artikel 6, handelend over de aan de leden van het algemeen bestuur verboden handelingen, bevat geen sanctie op over treding van dit voorschrift. Een verwijzing naar artikel ¥9 van de Kieswet is aan te bevelen. Het tweede lid van artikel 6, dat artikel 52 van de gemeente wet van overeenkomstige toepassing verklaart, zou meer op zijn plaats zijn geweest in artikel 14. 5. De verdeling van de bevoegdheden tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur is in de regeling niet scherp geregeld. Artikel 4 noemt als hoogste orgaan van het schap het algemeen bestuur, terwijl artikel 8, lid 2, bepaalt, dat aan het dagelijks bestuur alle bevoegdheden en verplichtingen be horen, die niet bij de regeling of bij besluit van het algemeen bestuur aan dit laatste bestuursorgaan zijn voor behouden. Voorts kent artikel 8, lid 1, een aantal bevoegdheden toe aan het dagelijks bestuur, echter onder de restrictie, dat m de regeling zelf geen andere voorzieningen zijn getroffen. deze voorzieningen ook moet worden begrepen de mogelijkheid dat het algemeen bestuur de in artikel 8, lid 1, genoemde bevoegdheden aan zich voorbehoudt, is niet geheel duidelijk. -Gedeputeerde Gedeputeerde Staten geven er de voorkeur aan, in de regeling de bevoegdheden van de bestuursorganen duidelijk vast te leggen, door aan te geven wat tot het werkterrein van het algemeen bestuur behoort en welke de bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de voorzitter zijn. In haar huidige opzet houdt de regeling het gevaar in, dat zij in de praktijk vele vragen en discussies oproept. 6. Ten aanzien van de beheerscommissiesbedoeld in artikel 10, ware duidelijkheidshalve te vermelden, dat het hierbij gaat om commissies, waarop het bepaalde in titel Ha van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing is. Voorzoveel nodig wordt nog opgemerkt, dat de voor de commissies vastgestelde beheersverordeningen ingevolge het bepaalde in artikel 64a van de gemeentewet aan gedeputeerde staten moeten worden medegedeeld. 7. Voor wat betreft de in artikel 11 geregelde vergoedingen achten gedeputeerde staten het gewenst, dat de besluiten tot het vaststellen van vergoedingen - anders dan vergoedingen van reis- en verblijfkosten - aan hun goedkeuring worden onderworpen, zulks in verband met het aan gedeputeerde staten bij de wet opgedragen toezicht op de begrotingen en rekeningen van intercommi nale lichamen. 8. In hoofdstuk III "Vergaderingen van het schap" is wel het vergader- en besluitquorum geregeld, doch ontbreekt een bepaling omtrent het stemmingsquorum; de regeling behoeft op dit punt aanvulling. 9. Uit een oogpunt van openbaarheid van bestuur zou het aanbeveling verdienen de werkingssfeer van artikel 15 uit te breiden tot andere in artikel 50 van de gemeentewet genoemde besluiten. 10. De regeling inzake de zorg, het beheer en de bewaring van de archiefbescheiden is niet geheel volledig. Terzake ware overleg te plegen met de provinciaal inspecteur der archieven, de heer drs. I. Caminada. ad 1Ter voldoening aan dit verzoek zijn in de aanhef van de regeling en in artikelen waar dit nodig was, de burgemeesters genoemd. -ad 2.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1977 | | pagina 313