-20-
Voorts verwijst de heer Zagers naar de in de hlauwe map ter
inzage gelegde brief van de Minister van Cultuur, Recreatxe
en^Maatschappelijk Werk inzake de subsidiëring van het over
dekte recreatiezwembad en vraagt of deze brief inderdaad een
subsidietoekenning inhoudt.
De voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend en deelt
tevens mede dat het nog niet bekend is wanneer en tot welk
bedrag de subsidie zal worden uitgekeerd.
De heer Zagers zegt er kennis van te hebben genomen dat het
college de interpellatie van de fractie van den Bosch,
Broos en Krijnen, inzake het bouwen in het landelijk gebxed
heeft beantwoord en vraagt wanneer zijn fractie de beant
woording van de interpellatie inzake de C.A.I. tegemoet
kan zien.
De voorzitter deelt mede dat de commissie ad hoe C.A.I.
inmiddels weer bijeen is geweest en dat in verband daarmede een
spoedige beantwoording van de interpellatie kan worden
verwacht
De heer Broos vraagt in de gelegenheid te worden gesteld
om op de beantwoording van de interpellatie xnzake het
bouwen in het buitengebied, terug te komen.
De voorzitter deelt de heer Broos mede dat hij daartoe aan
het eind van de vergadering gelegenheid zal geven.
Hierna worden de ingekomen stukken, alsmede de mededelxng
inzake de aankoop van grond van de heer B.M. Hexjnen,
zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen.
Vaststelling vergoeding raads- en oommxssxeleden.
De voorzitter deelt mede dat het college 2 model-verordeningen
heeft ontworpen, waarvan het le model uitgaat van de
maximale vergoeding en in het 2e model wordt uitgegaan van
een vergoeding, waarvan een bepaald percentage zal worden
uitgekeerd in verhouding tot het aantal gehouden en bijge
woonde vergaderingen. Spreker zegt dat aan de raad middels
een stemming de keuze wordt gelaten tussen het le en het 2e
model.
-Voorts-
-21-
Voorts deelt de voorzitter mede dat de heer Rijsdorp heeft
gevraagd of ook de beide wethouders wel aan deze stemming
zouden mogen deelnemen. Spreker zegt dat er geen artikel is aan j
te wijzen waaruit blijkt dat in dergelijke gevallen de verhouders'
zich van stemming moeten onthouden.
Hierna wordt tot stemming over het le model overgegaan.
Vóór dit model stemmen de leden: Zagers, Rijsdorp, Koevoets,
van Eekelen, Nuijten, van Hijnatten, Oomen, Buijs, Broos, Taks
en Eerstens.
Tegen stemmen de'leden: van den Bosch en Krijnen.
Derhalve is met meerderheid van stemmen de verordening tot
uitkering van de maximale vergoeding per 1 januari 1976, zulks
volgens het le model, vastgesteld en kan de stemming over het
2e model achterwege blijven.
6.Uitkering november/december 1976.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
7Afrekening vergoeding kleuteronderwijs 1976.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
8.Vaststelling vergoeding artikel 101 L.O.-wet 1920 over 1976.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
9Verbetering c.v.-installatie gemeentehuis.
De heer Krijnen vraagt of het voorgenomen werk niet door een
firma uit de gemeente Hoeven kan worden verricht en of het
treffen van de voorgestelde voorzieningen wel past binnen het
kader van de plannen voor het verbouwen van het gemeentehuis.
De voorzitter antwoordt hierop dat het noodzakelijk is dat de
onderhavige voorzieningen worden getroffen en dat het werk
het best kan worden uitgevoerd door de firma die ook het
onderhoud en de service heeft van de c.v.-installatie.
De heer Zagers vraagt naar de stand van zaken met betrekking
bot de plannen voor de verbouwing van het gemeentehuis en zegt
dat, zolang daarover nog geen duidelijkheid bestaat zijn
fractie er duidelijk moeite mee heeft dat aan het gemeentehuis
-voorzieningen-